Laadregelaar
Aanbevelingen voor veilig gebruik
1. De controller is 12 V. Wanneer u deze voor de eerste keer installeert, moet u
ervoor zorgen dat de accu voldoende spanning heeft zodat de controller deze als
het juiste accutype herkent.
2. Installeer de controller zo dicht mogelijk bij de accu om spanningsdaling te
voorkomen die wordt veroorzaakt door een te lange draad, die de normale
spanningsdetectie kan beïnvloeden.
3. De controller is geschikt voor DC12V loodzuuraccu's, drievoudige lithiumaccu's
en lithiumijzerfosfaataccu's. Selecteer het juiste accu'stype in het menu.
4. De controller kan het fotovoltaïsche paneel alleen als laadbron gebruiken.
Gebruik geen gelijkstroomvoeding als oplaadbron.
5. De regelaar genereert tijdens warmte tijdens het gebruik. Plaats de controller op
een vlakke, goed geventileerde ondergrond.
Systeembedrading
1. Sluit de anode (+) en kathode (-) van de accu aan op de controller volgens het
diagram en vermijd omgekeerde verbinding.
2. Sluit de anode (+) en kathode (-) van de belasting aan op de controller volgens
het diagram en vermijd omgekeerde verbinding.
3. Sluit het zonnepaneel aan op de controller volgens het diagram en vermijd
omgekeerde verbinding.
OPMERKING: Volg de bovenstaande aansluitvolgorde strikt op, anders kan de
controller beschadigd raken. De demontagevolgorde is het tegenovergestelde van
de verbindingsvolgorde.
8
Model: TX-214,TX-215; Artikel № 5023,5024; 10/2022