Maak af en toe de achterkant van het apparaat schoon met een borstel of een
6.
stofzuiger om een hoger energieverbruik te voorkomen.
Trek de stekker uit het stopcontact als u het apparaat niet gebruikt.
7.
Hou de deurafdichtingen goed schoon en in een goede staat.
8.
REINIGING EN ONDERHOUD
1. ! WAARSCHUWING! Trek de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat
reinigt of er onderhoud aan verricht.
2. Hou het apparaat altijd goed schoon zodat er geen vieze luchtjes ontstaan.
3. Stofophoping op de condensor zorgt voor een verhoogd energieverbruik. Maak
de condensor twee keer per jaar schoon met een borstel of een stofzuiger.
4. Verwijder alle ringen en armbanden voordat u het apparaat gaat reinigen of er
onderhoud aan verricht; anders kunt u het oppervlak van het apparaat beschadigen.
Schoonmaakmiddel
1. Gebruik geen bijtende of schurende schoonmaakmiddelen.
2. Gebruik geen aggressieve schoonmaakmiddelen.
3. Gebruik geen oplosmiddelen.
4. Deze instructies gelden voor alle oppervlakken van uw apparaat.
Reinigen van de buitenkant
1. Gebruik een vochtige doek en een mild, niet-bijtende schoonmaakmiddel.
2. Gebruik helder water om het af te spoelen.
3. Droog de gereinigde oppervlakken met een zachte doek.
Reinigen van de binnenkant
1. Reinig de legplanken en de andere verwijderbare onderdelen met warm water en
een zacht, niet-bijtend schoonmaakmiddel.
2. Gebruik helder water om het af te spoelen.
3. Droog de gereinigde oppervlakken met een zachte doek.
4. Reinig de binnenkant met soda (3 eetlepels per 1 liter water) of met water en een
zacht, niet-bijtend schoonmaakmiddel.
5. Gebruik helder water om het af te spoelen.
6. Droog de gereinigde oppervlakken met een zachte doek.
7. Controleer het dooiwaterafvoergaatje en reinig dit, als het nodig is.
Deurafdichtingen
Reinigen met warm water en een zacht, niet-bijtend schoonmaakmiddel.
BC1.10-9
Versi e NL 11/2015
Pagina 10 van 16