Controleer de instellingen van uw apparaat (smartphone/tablet).
Controle 3
Zorg dat draadloos LAN op uw apparaat is ingeschakeld.
Raadpleeg voor meer informatie de instructiehandleiding bij het apparaat.
Zorg dat de printer is geselecteerd als verbinding op het apparaat (zoals
Controle 4
een smartphone of tablet).
Selecteer de identificatie voor Draadloos direct (SSID) die voor de printer is opgegeven als bestemming van
de verbinding voor apparaten.
Controleer de bestemming op uw apparaat.
Raadpleeg voor meer informatie de instructiehandleiding van het apparaat of ga naar de website van de
fabrikant.
Controleer de SSID (aanduiding voor Draadloos direct) die voor de printer is opgegeven door de informatie
over netwerkinstellingen van de printer af te drukken.
Netwerkinstellingen afdrukken
Hebt u het juiste wachtwoord opgegeven voor Draadloos direct?
Controle 5
Als u het opgegeven wachtwoord voor de printer wilt controleren, drukt u de informatie over
netwerkinstellingen van de printer af.
Netwerkinstellingen afdrukken
Zorg dat de printer niet te ver van het apparaat is geplaatst.
Controle 6
Als de afstand tussen de printer en het apparaat te groot is, kan de draadloze communicatie verslechteren.
Plaats de printer en het apparaat dicht bij elkaar.
Controleer of al 5 apparaten zijn verbonden.
Controle 7
Bij Draadloos direct kunnen maximaal 5 apparaten worden verbonden.
U kunt niet afdrukken vanaf een computer die op het netwerk is
aangesloten
Controleer of de computer is aangesloten op de draadloze router.
Controle 1
Raadpleeg de instructiehandleiding bij uw computer of neem contact op met de fabrikant voor meer informatie
over het controleren van de computerinstellingen of verbindingsstatus.
Als MP Drivers niet is geïnstalleerd, installeert u dit.
Controle 2
Installeer MP Drivers met de Installatie-cd-rom of vanaf de Canon-website.
290