Gebruiksaanwijzing - PolyStim
2.3 Ingebruikname
Om het apparaat in gebruik te nemen, moeten de meegeleverde batterijen in het batterij-
vak worden geplaatst (zie ook de paragraaf "Batterijen vervangen").
2.4 Aansluiten van kabels en elektroden
Het apparaat is uitgerust met twee kanalen die onafhankelijk van elkaar kunnen worden
ingesteld. U kunt er ook voor kiezen om slechts één van beide kanalen te gebruiken.
Sluit eerst per kanaal één van de meegeleverde kabels aan op de twee elektroden. Het
maakt niet uit op welke elektrode u de rode of witte stekker aansluit. Steek het andere
uiteinde van de kabel in één van de twee uitgangen aan de onderzijde van het apparaat.
Breng nu de elektroden aan op uw huid. In het hoofdstuk "Plaatsen van de elektroden"
vindt u enkele afbeeldingen waarop wordt weergegeven hoe u de elektroden op de huid
kunt aanbrengen. Over het algemeen worden de elektroden rechtstreeks op de pijnlijke
zone of in de onmiddellijke omgeving ervan geplaatst.
Het apparaat detecteert automatisch wanneer de elektroden niet correct op de huid zijn
aangebracht. In dat geval kan uit veiligheidsoverwegingen geen hoge intensiteit worden
ingeschakeld. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld. Zorg er steeds voor dat u het
apparaat pas inschakelt nadat u de elektroden correct hebt aangebracht.
2.5 Inschakelen
Om het apparaat in te schakelen, moet u op de
dat het apparaat klaar is voor gebruik.
2.6 Modus "Klaar voor gebruik"
Op het LCD-scherm worden het geselecteerde programma, de behandeltijd, de frequentie,
de pulsbreedte en de intensiteit weergegeven.
1.
Door op de
2.
Indien u de linker -toets indrukt: het apparaat schakelt over naar de modus "Thera-
pie" en de intensiteit van kanaal 1 wordt verhoogd met 1 mA.
3.
Indien u de rechter -toets indrukt: het apparaat schakelt over naar de modus "Thera-
pie" en de intensiteit van kanaal 2 wordt verhoogd met 1 mA.
Opgelet!
Wanneer de elektroden niet correct met het apparaat zijn verbonden of niet
correct op de huid zijn aangebracht, wordt vanaf een stroomniveau van 9-10 mA de
intensiteit teruggebracht naar nul.
4.
Indien u gelijktijdig de linker - en de
houdt, worden de programmaselectiefunctie van de
tie voor programmaparameters geblokkeerd. Het blokkeersymbool
scherm weergegeven. Deze functie kan worden gebruikt om ervoor te zorgen dat
een instelling, die voor een toepassing is geselecteerd, niet per ongeluk wordt gewij-
zigd. Door opnieuw gelijktijdig de linker - en de
programmaselectiefunctie van de
maparameters opnieuw vrijgegeven.
5.
Signaalfunctie in- en uitschakelen: druk tegelijkertijd op de
-toets. Na drie seconden wordt de actuele status van de signaalfunctie op het scherm
weergegeven. "BEEP ON" geeft aan dat de signaalfunctie is ingeschakeld. "BEEP OFF"
-toets te drukken wordt het gewenste programma geselecteerd.
XP+
®
-toets drukken. Een pieptoon geeft aan
-toets gedurende drie seconden ingedrukt
-toets en de bewerkingsfunc-
-toets in te drukken, worden de
-toets en de bewerkingsfunctie voor program-
14
wordt op het
-toets en de rechter