1 Algemene veiligheidsmaatregelen
1.3.2
Plaats van installatie
▪ Voorzie voldoende ruimte rond de unit voor onderhoud en
luchtcirculatie.
▪ Controleer of de plaats waarop de unit moet komen, bestand is
tegen het gewicht en de trillingen van de unit.
▪ Zorg ervoor dat de zone goed geventileerd wordt. Blokkeer GEEN
ventilatieopeningen.
▪ Controleer of de unit horizontaal staat.
▪ Als de wand waarop de unit gemonteerd is, ontvlambaar is, moet
er een niet-brandbaar materiaal worden aangebracht tussen de
wand en de unit. Doe dit ook op alle plaatsen waar de
rookgasafvoerleidingen doorheen lopen.
▪ Laat
de
gasboiler
ALLEEN
verbrandingslucht aangevoerd wordt. Indien de grootte van de
concentrische gasinstallatie met schoorsteenpijp/rookkanaal aan
de hand van de specificaties van deze handleiding wordt bepaald,
wordt hieraan automatisch voldaan en zijn er geen verdere
voorwaarden waaraan de kamer moet voldoen waar het toestel
moet worden geplaatst. Deze werkwijze is de enige toegestane.
▪ Bewaar ontvlambare vloeistoffen en materialen op ten minste
1 meter van de gasboiler.
Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen:
▪ In mogelijke explosieve omgevingen.
▪ In plaatsen met toestellen of machines die elektromagnetische
golven
uitzenden.
Elektromagnetische
besturingssysteem storen, waardoor de apparatuur slecht kan
werken.
▪ In plaatsen met brandgevaar omwille van lekkende ontvlambare
gassen
(zoals
verdunners
ontvlambaar stof.
▪ In plaatsen waar corroderend gas (zoals zwaveligzuurgas)
geproduceerd
wordt.
Corrosie
gesoldeerde onderdelen kan de oorzaak zijn dat koelmiddel gaat
lekken.
▪ In badkamers.
▪ Op plaatsen onderhevig aan vorst. De omgevingstemperatuur
rond de gasboiler moet >5°C bedragen.
1.3.3
Koelmiddel
Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de
installatiehandleiding of de uitgebreide handleiding (voor de
installateur) van uw toepassing.
OPMERKING
Controleer of de installatie van de koelmiddelleidingen
voldoet aan de geldende wetgeving. In Europa geldt
EN378 als de van toepassing zijnde norm.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de lokale leidingen en aansluitingen NIET
worden belast.
WAARSCHUWING
Zet, tijdens testen, het product NOOIT onder een druk
hoger dan de maximaal toegestane druk (vermeld op het
naamplaatje van de unit).
4
werken
als
voldoende
golven
kunnen
het
of
benzine),
koolstofvezels,
aan
de
koperleidingen
of
WAARSCHUWING
Neem voldoende maatregelen wanneer koelmiddel zou
lekken. Verlucht de ruimte onmiddellijk als er koelgas lekt.
Mogelijke risico's:
▪ Een te hoge concentratie aan koelmiddel in een
afgesloten ruimte kan een zuurstofgebrek veroorzaken.
▪ In geval van R410A- of R32-koelmiddel: Giftige gassen
kunnen vrijkomen wanneer het koelgas in contact komt
met vuur.
▪ In geval van CO
-koelmiddel: In hoge concentraties is
2
koelgas giftig.
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR
Afpompen – Koelmiddellekken. Als u het systeem wil
afpompen en er zit een lek in het koelmiddelcircuit:
▪ Gebruik NIET de automatische afpompfunctie van de
unit die al het koelmiddel uit het systeem naar de
buitenunit
kan
Zelfontbranding en explosie van de compressor door
lucht die in de draaiende compressor terechtkomt.
▪ Gebruik een afzonderlijk aftapsysteem zodat de
compressor van de unit NIET moet draaien.
WAARSCHUWING
Tap het koelmiddel ALTIJD af. Laat het NIET rechtstreeks
vrij in de omgeving. Gebruik een vacuümpomp om de
installatie leeg te pompen.
OPMERKING
Controleer of er geen gaslekken zijn als u alle leidingen
heeft aangesloten. Gebruik stikstof om een gaslektest uit
te voeren.
OPMERKING
▪ Vul NIET meer koelmiddel bij dan voorgeschreven om
te voorkomen dat de compressor defect geraakt.
▪ Wanneer
het
koelmiddelsysteem
geopend, MOET het koelmiddel worden behandeld
zoals voorgeschreven in de geldende wetgeving.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat er geen zuurstof in het systeem zit.
Bovendien mag er pas koelmiddel worden bijgevuld nadat
er een lekkagetest en een vacuümdroogprocedure is
uitgevoerd.
Mogelijk gevolg: Zelfontbranding en ontploffing van de
compressor
omdat
er
terechtkomt terwijl deze aan het werken is.
▪ Zie het typeplaatje op de unit wanneer deze gevuld moet worden.
Daarop staan het type koelmiddel en de vereiste hoeveelheid.
▪ De unit werd in de fabriek met koelmiddel gevuld en sommige
systemen moeten, afhankelijk van de maat en lengte van de
leidingen, bijkomend met koelmiddel worden gevuld.
▪ Gebruik uitsluitend gereedschap dat enkel en alleen voor het soort
koelmiddel bedoeld is om de vereiste drukweerstand te kunnen
garanderen en om te beletten dat vreemde stoffen in het systeem
terechtkomen.
▪ Vul als volgt met vloeibaar koelmiddel:
sturen.
Mogelijk
gevolg:
moet
worden
zuurstof
in
de
compressor
Algemene veiligheidsmaatregelen
4P569802-1B – 2020.12