8.4.5 Wanneer het wasmiddel en/
of de wasverzachter op is:
8.4.6 Wasmiddel en wasverzachter
toegevoegd in het verkeerde vak:
8.4.7 Het wasmiddeltype kiezen
• Het te gebruiken wasmiddel is afhankelijk van het soort
materiaal en de kleur.
OPMERKING
8.4.8 De hoeveelheid wasmiddel aanpassen
8.4.9 Gebruik van wastabletten of
vloeibaar-wasmiddelcapsules
NL / 28
a) Wanneer het wasmiddel of de wasverzachter in het wasmiddelvak
op is, begint het 'symbool voor dosering' op het scherm te knipperen.
Als dit symbool knippert, moet u wasmiddel of wasverzachter aan
het doseervak toevoegen. Het product kan voor 2 tot 3 cycli doseren
vanaf het moment dat het symbool knippert.
a) Indien wasmiddel of wasverzachter in het verkeerde vak worden
toegevoegd, moet u de instructies in 13.1 'Reinigen van de
wasmiddellade' lezen.
a) Gebruik verschillende wasmiddelen voor gekleurde en witte kleding.
b) Was uw fijne kleding met speciale wasmiddelen (vloeibaar wasmiddel,
wolwasmiddel, enz.) wat alleen gebruikt wordt voor fijne kleding.
c) Voor het wassen van donkere kleding en dekens is het aanbevolen
een vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
d) Was wol met een speciaal wolwasmiddel.
a) De te gebruiken hoeveelheid wasmiddel hangt af van de
hoeveelheid was, de mate van bevuiling en de waterhardheid.
b) Gebruik niet meer dan de doseerhoeveelheid aanbevolen op
de verpakking van het wasmiddel om problemen met overmatig
schuimen en slecht spoelen te vermijden.
c) Gebruik minder wasmiddel voor kleine hoeveelheden of
lichtbevuilde kleding.
a) Als het een capsule met vloeibaar wasmiddel betreft, doet u deze
voor het wassen rechtstreeks in de trommel.
b) Doe wasmiddeltabletten voor het wassen in het wasmiddelvak of
direct in de trommel.
Wasmachine / Gebruiker Handleiding