KNX applicatiebeschrijving
Multifunctionele drukknop 1-voudig; Multifunctionele drukknop 2-voudig
Multifunctionele drukknop 3-voudig; Multifunctionele drukknop 4-voudig
Gegevenspunt-
type
DPT 5.001
DPT 5.010
DPT 18.001
4.13.1 Gedrag bij bediening van de wip
De eerste instelling binnen de wipconfiguratie is het selecteren van de betreffende werkwijze
resp. het waardebereik voor de complete wip (links en rechts).
Vervolgens wordt een mogelijke gedragswijze voor het oproepen van de afzonderlijke
standwaarden bij het gebruik van de wip ingesteld (Afbeelding 40)
De volgende werkwijzen zijn mogelijk:
A. links
= oplopend tellen
rechts = aflopend tellen
B.
links = aflopend tellen
rechts = oplopend tellen
Afbeelding 40: Selectie van de werkwijze van de wippen
In de volgende stap moet het mogelijke aantal standen (waarden) worden geselecteerd. Voor
elke wip kunnen maximaal 7 standen geconfigureerd worden. Er zijn maximaal zeven standen
(1, 2, 3, 4, 5, 6, 7) beschikbaar.
Na het selecteren van het mogelijke aantal standen wordt het waardebereik per stand
individueel geparametreerd. De mogelijke waardebereiken zijn te vinden in „Tabel 38:
Waardeverwerking standenschakelaar" auf Seite 71.
Art.nr. 8014 X3 XX
Art.nr. 8016 X7 XX
Art.nr. 8016 X8 XX
Grootte
Waarde-type
gegevenspunt
Procentwaarde
1 byte
Waarde als geheel
1 byte
getal
Scène
1 byte
Tabel 38: Waardeverwerking standenschakelaar
A
Pagina 71/105
Waardebereikslimiet
[0 ... 100%]
[0 ... 255]
[1 ... 64]
B
6LE007982A