V2303
1. Temperatuurkalibratie
Handmatig aanpassen van de weergegeven temperatuur. De thermostaat wordt in de fabriek
gekalibreerd, maar kan indien nodig (bij afwijkingen) worden aangepast op basis van de
weergegeven temperatuur van een andere thermostaat.
2. Hysterese
Stel het inschakelverschil in. De thermostaat zal inschakelen wanneer de ingestelde temperatuur met
deze waarde afwijkt van de gemeten ruimtetemperatuur.
3. Vloertemperatuur limiet
Stel de gewenste maximale temperatuur van de vloer in. Instelbaar tussen 25~60 °C. De
fabrieksinstelling is 35 °C. Verifieer altijd de maximaal toegestane temperatuur bij de leverancier
van de vloer. Wanneer de vloertemperatuur limiet wordt aangepast in de thermostaat, zal deze
automatisch worden doorgegeven aan de aan die thermostaat gekoppelde ontvangers.
Wanneer de vloertemperatuur limiet wordt bereikt zal de verwarming worden uitgeschakeld. Op de
ontvanger zal de Heating On LED (LED1) rood knipperen als waarschuwing dat de limiet is bereikt.
Wanneer de temperatuur van de vloer weer is gedaald tot onder de ingestelde waarde zal het programma
worden hervat.
4. Programmamodus
Op de thermostaat kunnen 7 dagen apart geprogrammeerd worden. Per dag kunnen 4
schakelmomenten ingesteld worden. Zie de instructies voor het instellen van het programma en het
vooraf ingestelde programma op pagina 14.
5. Vorstbeveiliging
De vorstbeveiliging kan aan of uit geschakeld worden. Wanneer de vorstbeveiliging is ingeschakeld
kan deze worden ingesteld op een temperatuur tussen 3 ~ 10 °C. Wanneer de vorstbeveiliging is
ingeschakeld zal de verwarming worden ingeschakeld wanneer de temperatuur onder de ingestelde
waarde zakt. De verwarming wordt uitgeschakeld wanneer de temperatuur 2 °C hoger is dan de
ingestelde temperatuur.
6. Open raam detectie in/uitschakelen
Wanneer de thermostaat een plotselinge daling in de ruimte temperatuur waarneemt
(fabrieksinstelling 2 °C in 5 minuten) zal de verwarming worden uitgeschakeld. In het scherm ziet u
OP (OP modus ingeschakeld). Na 30 minuten (fabrieksinstelling) wordt het programma weer hervat.
De OP modus kan worden opgeheven door een willekeurige toets in te drukken. Schakel deze functie
IN (01) of UIT (00).
7. Open raam detectie: Tijdsinstelling
De open raam detectie schakelt in wanneer binnen een korte tijd een grote temperatuurdaling wordt
waargenomen, bijvoorbeeld wanneer een raam open staat. Deze tijd kan worden aangepast van 2-30
minuten. Fabrieksinstelling: 5 minuten. De OP modus kan worden opgeheven door een willekeurige
toets in te drukken.
8. Open raam detectie: Temperatuurdaling
De open raam detectie schakelt in wanneer binnen een korte tijd een grote temperatuurdaling wordt
waargenomen, bijvoorbeeld wanneer een raam open staat. Het aantal graden waarmee de
temperatuur moet dalen om de open raam functie in te schakelen kan worden aangepast van 2-4 °C.
Fabrieksinstelling: 2 °C De OP modus kan worden opgeheven door een willekeurige toets in te
drukken.
15