e) Gebruik geen accu's of gereedschap die beschadigd of
gemodificeerd zijn. Beschadigde of gemodificeerde batterijen kunnen
onvoorspelbaar gedrag vertonen, wat kan leiden tot brand, explosie of
gevaar voor letsel.
f) Stel een accu of gereedschap niet bloot aan vuur of een te hoge
temperatuur. Blootstelling aan vuur of een temperatuur boven 130 °C kan
een explosie veroorzaken.
OPMERKING: De temperatuur "130 °C" kan worden vervangen door de
temperatuur "265 °F".
g) Volg alle oplaadinstructies op en laad de accu of het gereedschap
niet op buiten het in de instructies aangegeven temperatuurbereik.
Onjuist opladen of opladen bij temperaturen buiten het gespecificeerde
bereik kan de accu beschadigen en het risico van brand vergroten.
6. Service
a) Laat uw elektrische apparaat onderhouden door een gekwalificeerde
reparateur die uitsluitend identieke vervangingsonderdelen gebruikt.
Dit waarborgt dat de veiligheid van het elektrische apparaat gehandhaafd
blijft.
b) Onderhoud nooit beschadigde accu's. Onderhoud aan accu's mag
alleen worden uitgevoerd door de fabrikant of door erkende
onderhoudsbedrijven.
Extra veiligheidsvoorschriften voor accuboormachines
1. Gebruik hulphandgreep(en), indien bij het gereedschap geleverd. Verlies
van controle kan persoonlijk letsel veroorzaken.
2. Houd het elektrische apparaat bij geïsoleerde grijpvlakken vast wanneer
u een handeling uitvoert waarbij het snijgereedschap in contact kan
komen met verborgen bedrading. Snijgereedschap dat in contact komt met
een "stroomvoerende" draad kan blootliggende metalen onderdelen van het
elektrische gereedschap "stroomvoerend" maken en de gebruiker een
elektrische schok geven.
3. Gebruik, indien mogelijk, altijd klemmen of een bankschroef om uw werk vast
te houden.
4. Schakel het apparaat altijd uit voordat u het neerlegt.
5. Zorg voor voldoende verlichting.
6. Oefen geen druk uit op het gereedschap, zodat de motor vertraagt. Laat het
bit schroeven zonder druk. U zult betere resultaten krijgen en u zult beter voor
uw gereedschap zorgen.
7. Houd het gebied vrij van struikelgevaar.
8. Gebruik alleen accessoirebits die in goede staat verkeren.
9. Controleer voor u begint of er voldoende ruimte is voor het bit onder het
werkstuk.
10. Raak de bit na gebruik niet aan. Het zal zeer heet zijn.
11. Houd uw handen uit de buurt van onder het werkstuk.
12. Gebruik nooit uw handen om stof, spanen of afval in de buurt van het bit te
verwijderen.
13. Lompen, doeken, koorden, touw en dergelijke mogen nooit rond het
werkgebied worden achtergelaten.
14. Ondersteun het werk naar behoren.
7