Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Bloeddruk Meten; De Manchet Bevestigen; De Meting Starten - Philips DL8760 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

-
Het mobiele apparaat en de bloeddrukmo­
nitor moeten zich binnen zendafstand (niet
meer dan 5 meter van elkaar, in dezelfde
ruimte) van elkaar bevinden.
3 Houd de aanknop op de uitgeschakelde bloed­
drukmonitor gedurende 3 seconden ingedrukt
totdat deze wordt ingeschakeld in de koppel­
modus.
-
Deze symbolen worden afwisselend op het
display weergegeven, om aan te geven dat
de verbinding tot stand wordt gebracht: (Fig.
6) en (Fig. 7).
4 Wanneer de apparaten zijn gekoppeld, ver­
schijnt dit symbool (Fig. 8) op het display: In de
app kunt u zien welk gebruikersprofiel aan u is
toegewezen.
-
Wanneer geen verbinding tot stand kan
worden gebracht, verschijnt dit symbool (Fig.
9) op het display:
-
Voor de bloeddrukmonitor kunnen 2 gebrui­
kersprofielen worden ingesteld. Als beide
profielen in gebruik zijn, kiest u een
bestaand profiel om het te overschrijven.
-
U kunt ook beide profielen verwijderen door
de knop gebruikers-ID ongeveer 10 secon­
den ingedrukt te houden. Op het display van
het apparaat wordt ´del´ weergegeven. Alle
opgeslagen gegevens worden gewist. Voer
vervolgens de stappen 1-4 uit om het appa­
raat te koppelen en een nieuwe gebruiker
toe te voegen.
5 Zodra de verbinding is gemaakt, wordt op het
display van de bloeddrukmonitor het
Bluetooth-pictogram weergegeven en wordt de
monitor na een paar seconden automatisch uit­
geschakeld.
Wanneer de bloeddrukmonitor met uw mobiele
apparaat is verbonden, worden uw persoonlijke
meetgegevens automatisch naar uw mobiele
apparaat overgebracht via Bluetooth Smart.
Opmerking: Uw persoonlijke meetgegevens kun­
nen alleen worden overgebracht als de Philips
HealthSuite health app actief is.

De bloeddruk meten

Tips voor correcte meting
- Wacht 5 minuten voordat u uw bloeddruk gaat
meten.
- Wacht ten minste 3 minuten tussen de metin­
gen. Hierdoor kan uw bloedcirculatie zich her­
stellen.
- Voer de metingen voor een goede vergelijking
zo veel mogelijk onder vergelijkbare omstan­
digheden uit. Voer de metingen bijvoorbeeld
telkens op hetzelfde tijdstip en op dezelfde arm
uit, of volgens de aanwijzingen van uw arts.
- Voor een goede Bluetooth-verbinding tussen
de bloeddrukmonitor en uw mobiele apparaat,
moet u zorgen dat de twee apparaten dicht bij
elkaar staan, zonder obstakels ertussen. We
raden u aan de apparaten niet verder dan 5
meter uit elkaar te plaatsen.
We adviseren u in de volgende gevallen geen
metingen te doen omdat dit tot onnauwkeurige
resultaten kan leiden:
- Binnen 1 uur nadat u hebt gegeten of gedron­
ken.
- Meteen nadat u hebt gerookt.
- Binnen 20 minuten nadat u in bad bent
geweest.
- Terwijl u praat of uw arm, hand of vingers
beweegt.
- In een erg koude omgeving.
- Wanneer u moet plassen.

De manchet bevestigen

1
Verwijder alle sieraden, zoals horloges en arm­
banden, van uw linkerarm.
Opmerking: Gebruik uw rechterarm als uw arts
een slechte bloedcirculatie in uw linkerarm
heeft vastgesteld.
2 Rol of trek uw mouw zo ver mogelijk op. De
mouw mag niet te strak om uw arm zitten.
3 Houd uw arm met de handpalm naar boven
gericht en schuif de manchet om uw linker
bovenarm (Fig. 10).
4 Plaats de onder rand van de manchet ongeveer
2-3 cm boven de plooi van de elleboog.
5 Bevestig de manchet om uw arm en zorg dat de
manchet goed aansluit op de huid. Als de man­
chet te los zit, zal de meting niet nauwkeurig
zijn.
-
De manchet veroorzaakt geen overgevoelig­
heid of irritatie van de huid. Het materiaal
van de manchet is getest en voldoet aan de
vereisten van ISO 10993-5:2009, ISO
10993-1:2009 en ISO 10993-10:2010.
6 Goede houding tijdens een meting:
-
Draag tijdens een meting geen knellende
kleding.
-
Ga gemakkelijk zitten met de benen naast
elkaar en de voeten plat op de grond.
Ga rechtop zitten met een rechte rug.
-
Het midden van de manchet moet zich ter
hoogte van uw hart bevinden.
-
Ontspan uw pols en hand. Buig uw pols niet
naar voren of naar achteren en bal uw hand
niet tot een vuist.

De meting starten

1
Schakel het apparaat in door eenmaal op de
knop gebruikers-ID of de aanknop (Fig. 12) te
drukken. Het apparaat selecteert automatisch
de vorige gebruiker.
-
U kunt het gebruikersprofiel wijzigen door te
drukken op de knop gebruikers-ID en een
andere gebruiker (Fig. 13) te selecteren. Zorg
dat u de juiste gebruiker selecteert zodat de
meetgegevens goed worden overgedragen
en opgeslagen. Het is niet mogelijk om het
gebruikersprofiel na een meting te wijzigen.
-
Als de app is geopend, wordt automatisch
het juiste gebruikersprofiel geselecteerd. In
dit geval kan het gebruikersprofiel worden
gewijzigd door ofwel de app te sluiten en
met het juiste gebruikersprofiel weer te ope­
nen, of door de app te sluiten en de knop
gebruikers-ID te gebruiken.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave