MONITOR
ART 7/
GEAVANCEERDE INSTELLINGEN (MONITOR
Vervolg van vorige pagina.
5. Controleer de geprogrammeerde functie : met de monitor in functiemodus (toestel C1) en druk op de geprogrammeerde
toets. Uit de monitor / telefoon (toestel C2) is een oproeptoon hoorbaar, druk op toets
6. Als ook de intercomoproep visa versa is gewenst dient de monitor / telefoon (toestel C2) ook geprogrammeerd te
worden voor oproep naar monitor / telefoon (toestel C1) van dezelfde woning.
Let op:
- Als de toets
is geprogrammeerd voor deze functie, schakelt de activering van de "intercomoproep" de functie
"oproep naar portiersmodule" uit.
- Als de toets
is geprogrammeerd voor deze functie, blijven de andere functies behouden.
Wissen van de programmering intercomfunctie en naar standaardwaarden van de monitoren:
1. Houd de toets
langer dan 5 seconden ingedrukt: 3 korte tonen en het langzaam geel knipperen van de status-LED
geven aan dat het toestel in de programmeerstand staat. In alle gevallen, als de 10 minuten verstreken zijn, verlaat
het toestel de programmeermodus en slaat de gewijzigde parameters op.
2. Druk gelijktijdig op de toetsen
en de programmeermodus wordt verlaten.
Standaardwaarden: toetsen
van de beltoon.
GTWIN
en
gedurende meer dan 3 seconden, 2 lange tonen zijn hoorbaar ter bevestiging
en
, beltoon deurpaneel, beltoon voordeur "HZ", contrast, helderheid, kleur en volume
FUNCTIES
)
en controleer de communicatie
16