aanwezigheid wordt gedetecteerd, ingeschakeld (bij bedrijfs-
modus Volautomatisch).
Waardebereik
Instelbare waarden 'SendoPro 868-A' /'theSenda B'
(app)
Instelbare waarden 'theSenda P'
Deactivering van de lichtsterktemeting (lichtsterkteme-
ting heeft geen invloed)
De kanalen Licht schakelen alleen na aan- en
afwezigheid.
'SendoPro 868-A'/ 'theSenda B' (app)
'theSenda P'
3. Alternatieve lichtsterkte-schakelwaarde / gewenste
lichtsterkte kanaal C1 licht
Met de alternatieve lichtsterkte-schakelwaarde / gewenste
lichtsterkte kan een tweede verschillende lichtsterkte-scha-
kelwaarde / gewenste lichtsterkte worden gedefinieerd. In
combinatie met de lichtsterkte-schakelwaarde / gewenste
lichtsterkte kanaal C1 licht kan bijvoorbeeld een dag- en
nachtmodus met twee verschillende lichtsterkteniveaus
worden verkregen. De alternatieve lichtsterkte-schakelwaarde
/ gewenste lichtsterkte wordt via een busobject geactiveerd
resp. omgeschakeld.
Waardenbereik
vgl. 2. Lichtsterkte-schakelwaarde / gewenste waarde kanaal
C1 licht
4. Gemeten lichtsterkte C1
De gemeten lichtsterkte bij het plafond wordt beïnvloed door
de montageplaats, de lichtinval, de zonnestand, de weersom-
standigheden, de reflectie-eigenschappen van de ruimte en
het meubilair. Om ervoor te zorgen dat de vereiste luxwaarde
op het gewenste oppervlak kan worden aangehouden, is een
vergelijking van de lichtsterktemetingen noodzakelijk.
Met het zenden van de gemeten lichtsterkte wordt op het
betreffende lichtkanaal de ruimtecorrectiefactor automatisch
aan de omstandigheden in de ruimte aangepast.
De gemeten luxmeterwaarde onder de aanwezigheidsmel-
der wordt via afstandsbediening naar de melder gezonden.
Voor de vergelijking kan men kiezen uit twee methoden.
Ruimtecorrectiefactor =
L Let op het «KNX-hanbdboek theRonda» voor het kalibre-
ren van de lichtmetingen resp. voor de instelling van de
ruimtecorrectiefactor.
10–3000 lux
10, 15, 300,
500, 800 lux
Meting UIT
Toets
Lichtsterkte bij het plafond
Lichtsterkte op de werkplek
Omgaan met managementafstandsbediening ‚SendoPro 868-
A' en luxmeter:
Alle lampen tot het maximale vermogen dimmen. Indien
mogelijk, de jaloezieën laten zakken.
▻ De luxmeter wordt op het werkvlak onder de sensor
geplaatst en de gemeten luxwaarde wordt met de
managementafstandsbediening „SendoPro 868-A"
parameter <Gemeten lichtsterkte C1> ingevoerd.
▻ De ruimtecorrectiefactor wordt automatisch berekend.
Toegestaan zijn waarden tussen 0,05 en 2,0. Berekende
of ingevoerde waarden buiten het toegestane gebied
worden automatisch op de betreffende grenswaarde
gezet.
▻ De berekende ruimtecorrectiefactor wordt
overgenomen.
Omgaan met de app-afstandsbediening ‚theSenda B' en de
app ‚theSenda Plug':
Afstandsbediening ‚theSenda B' verbinden met de bijbeho-
rende app ‚theSenda Plug' .
Het betreffende meldertype kiezen en de parameterset
laden.
Parameter <Gemeten lichtsterkte C1> selecteren.
Met afstandsbediening theSenda B
theSenda B volgens de tekening opstellen en enkele stap-
pen van de meetplaats gaan staan, zodat de luxmeting niet
wordt beïnvloed.
op OK drukken.
▻ Een nieuw venster met de gemeten lichtsterkte ver-
schijnt. Als men deze waarde wilt overnemen,
op OK drukken.
Belangrijk: zendtoets ( ) indrukken. Daarna is de lichts-
terktemeting gecompenseerd.
Met luxmeter
Luxmeter volgens de tekening opstellen resp. uitlijnen en
de luxwaarde aflezen.
In de app op „Invoer" drukken.
▻ Een nieuw venster verschijnt.
De luxwaarde invoeren en op OK drukken.
▻ De gemeten lichtsterkte verschijnt op de display.
Belangrijk: zendtoets ( ) indrukken. Daarna is de licht-
sterktemeting gecompenseerd.
▻ De ruimtecorrectiefactor wordt automatisch berekend.
Toegestaan zijn waarden tussen 0,05 en 2,0. Berekende
of ingevoerde waarden buiten het toegestane gebied
worden automatisch op de betreffende grenswaarde
gezet.
▻ De berekende ruimtecorrectiefactor wordt
overgenomen.
Ter controle kan de ruimtecorrectiefactor via object 8 voor
kanaal C1.
De ruimtecorrectiefactor kan direct alleen met de ETS
worden gewijzigd. De standaardwaarde is 0,3 en is
geschikt voor de meeste toepassingen. Veranderingen
zijn alleen in sterk afwijkende situaties zinvol.
6