Storingen
u Afvoeropening reinigen: afzettingen
met een dun hulpmiddel, bijv. een
wattenstaafje verwijderen.
u De meeste onderdelen kunnen worden gedemonteerd om
te worden gereinigd: zie het desbetreffende hoofdstuk.
u Rolplaten van de groentelade in de vaatwasmachine
reinigen.
u Andere onderdelen met lauwwarm water en een beetje
afwasmiddel met de hand reinigen.
Na het reinigen:
u Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u Fast-Freeze inschakelen (zie 5.5.4) .
Wanneer de temperatuur voldoende koud is:
u de levensmiddelen er weer in leggen.
6.3 Technische Dienst
Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie
Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op
met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd
overzicht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
u Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-
sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onder-
houd), uitsluitend door de Technische Dienst laten
uitvoeren.
u Apparaataanduiding
Fig. 4 (1) , service-nr.
Fig. 4 (2) en serie-nr.
Fig. 4 (3) van het
typeplaatje
aflezen.
Het
typeplaatje
bevindt zich aan de
linkerkant binnen in
het apparaat.
u Contact opnemen met de Technische Dienst en het
probleem, apparaataanduiding
Fig. 4 (2) en serie-nr. Fig. 4 (3) mededelen.
w Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
u Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
komt.
w De levensmiddelen blijven langer koel.
u Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er
desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of
de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit
geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode
in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
→
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
→
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Stekker controleren.
u
8
Fig. 4
Fig. 4 (1) , service-nr.
→
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
Zekering controleren.
u
De compressor blijft lopen.
→
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar-
door langer is, wordt energie bespaard.
Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
u
Fast-Freeze is ingeschakeld.
→
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
Een LED onder aan de achterkant van het apparaat (bij de
compressor) knippert regelmatig om de 5 seconden*.
→
Het betreft een storing.
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
Geluiden zijn te luid.
→
Toerentalgeregelde* compressoren kunnen naar aanleiding
van
de
verschillende
geluiden veroorzaken.
Het geluid is normaal.
u
Een borrelen en klateren
→
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt.
Het geluid is normaal.
u
Een zacht klikken
→
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van het koelaggregaat (de motor).
Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
→
Bij ingeschakelde Fast-Freeze, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver-
mogen automatisch verhoogd.
Het geluid is normaal.
u
→
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2)
u
Een lage bromtoon.
→
Het geluid ontstaat door luchtstromingsgeluiden van de
ventilator.
Het geluid is normaal.
u
Vibratiegeluiden.
→
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Door het draai-
ende koelaggregaat beginnen aangrenzende meubels en
voorwerpen te trillen.
u Controleer de inbouw en stel het apparaat opnieuw af indien
nodig.
u Flessen en containers uit elkaar zetten.
In de temperatuurdisplay wordt aangegeven:
→
Het betreft een storing.
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
In de temperatuurdisplay brandt DEMO.
→
De demonstratie-modus is geactiveerd.
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
Het apparaat is aan de buitenkant warm*.
→
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
condenswater te voorkomen.
Dit is normaal.
u
Temperatuur is niet laag genoeg.
→
De deur is niet goed gesloten.
Deur van het apparaat sluiten.
u
→
Niet voldoende be- en ontluchting.
Luchtrooster schoonmaken.
u
→
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2) .
u
* afhankelijk van model en uitvoering
draaisnelheden
verschillende
tot
F0
F9