8.1.2 Onderhoud van de niet-explosievaste gasdetector
De niet-explosievaste be-
huizing bestaat eveneens
uit twee onderdelen (sokkel
en detector). De behuizing
8.1.3 Onderhoud van de gasdetector
De sensor is uitgerust met
een afscherming. Deze
afscherming bezit uiterst
kleine openingen en kan
door vervuiling aangetast
worden. Een vervuiling
van de sensor zal zich
manifesteren onder de
vorm van een verminderde
gevoeligheid ten opzichte
van het gedetecteerde gas.
8.1.4 Vervangen van de gasdetector
1. Plaats de overeen-
stemmende zone uit
dienst door middel van
het display.
2. Maak de centrale
spanningsloos.
3. Verwijder de oude
gasdetector en plaats
de nieuwe.
4. Zet de centrale terug
onder spanning.
5. Voer een reset uit van
de kalibratie van deze
zone. Dit kan uitge-
voerd worden door in
8.1.5 Het vervangen van het actieve koolstoffilter
Elke explosievaste en niet
explosievaste detectorbe-
huizing bevat een actieve
koolstoffilter. Dit filter
verwijdert een deel van de
stoffen die de gassensor
nadelig kunnen beïnvloe-
den. Het actieve koolstoffil-
9 ... 24
op zich is onderhoudsvrij,
echter de sensor die zich
in het detectorgedeelte
bevindt, is onderhevig aan
De reactiesnelheid en de
gevoeligheid van de sensor
wordt getest met een geka-
libreerd gas. De sensoren
kunnen niet worden gerei-
nigd. De gasdetector dient
op de voorgeschreven
wijze ingesteld te worden
vervangen en bezit een
normale levensduur van 5
jaar (afwijking < 5% - zie
het menu technieker
de keuze te maken
voor "Sensor Kalibra-
tie". Vervolgens wordt
de desbetreffende
zone geselecteerd
Door het drukken op
"Reset Cal" wordt de
kalibratie terug naar
fabrieksinstellingen
gezet.
Let op:
Een reset van de
kalibratie zal alleen
mogelijk zijn in geval
dat deze sensor in het
verleden een software
herkalibratie mee
ter kan slechts een beperk-
te hoeveelheid schadelijke
bestanddelen absorberen.
Het vervangen van het filter
tijdens het jaarlijks onder-
houd van de gas- & CO-de-
tectie centrale is bijgevolg
noodzakelijk.
vervuiling en de inter-
ne actieve koolstoffilter
dient periodiek te worden
vervangen. Stof en exter-
tevens technische kenmer-
ken).
Het detecteren van hoge
gasconcentraties is voor
de ingebouwde gassensor
een destructief proces.
Bijgevolg wordt het herkali-
breren van de gasdetector
na een effectieve detectie
van gas sterk aanbevolen.
gemaakt heeft op de
centrale via het menu "
Sensor Kalibratie".
•
Zet de zone weer in
bedrijf.
•
Iedere gasdetector
wordt voor verzending
gekalibreerd. De kali-
bratie kan gedurende
de in bedrijf name van
de gas- en CO-detec-
tie centrale gecontro-
leerd worden. De kali-
bratie voor de LIM12A
en LIM/IR-I/M gasde-
tector gebeurt met een
mengsel van 50% LFL
ne verontreiniging die de
indringing van de omge-
vingslucht kunnen verhin-
deren, dienen regelmatig
verwijderd te worden.
Het herkalibreren van
een LIM12A of LIM15A
gasdetector kan enkel
door de fabrikant van het
toestel worden uitge-
voerd.
methaan (2,5% me-
thaan en 97,5% lucht).
De LIM15A en LIM/IR-
I/P gasdetector wordt
met een mengsel 50%
LFL propaan (1,1%
propaan en 98,9%
lucht) getest.
Let op:
De gasdetector mag
onder geen enkel be-
ding met aanstekergas
getest worden. Testen
met aanstekergas heeft
een onherstelbare
beschadiging van de
sensor tot gevolg.