1
Ventilator modus
1.
Druk op de MODE
-
knop om de FAN -modus te selecteren.
2.
Druk
op de
FAN -knop om de ventilatorsnelheid te
selecteren: AUTO, LOW, MED of HIGH.
Druk op de AAN/UIT -knop om het apparaat te starten.
3.
OPMERKING: U kunt de temperatuur niet instellen in de FAN-modus.
Als gevolg hiervan geeft het LCD-scherm van uw afstandsbediening
geen temperatuur weer.
1
DRY-modus (ontvochtigen)
1. Druk op de MODE- knop om DROGEN te selecteren.
2. Stel de gewenste temperatuur in met de TEMP ÿ of TEMPÿ
knop.
3. Druk op de AAN/UIT-knop om het apparaat te starten.
2
OPMERKING: FAN SPEED kan niet worden gewijzigd in DRY-
modus.
3
Warmtemodus
1. Druk op de MODE-knop om VERWARMEN
modus.
2.
Stel de gewenste temperatuur in met de TEMP of
TEMP ÿ ÿ knop.
2
3. Druk
4
AUTO, LOW, MED of HIGH.
3
4.
Druk op de AAN/UIT -knop om het apparaat te starten.
OPMERKING: Naarmate de buitentemperatuur daalt,
kunnen de prestaties van de HEAT-functie van uw unit worden
beïnvloed. In dergelijke gevallen raden we aan deze
airconditioner te gebruiken in combinatie met andere
verwarmingstoestellen.
08
1
op de
FAN -knop om de ventilatorsnelheid te selecteren:
3
2
te selecteren