5 Sluit de kabels die u in stap 1 hebt verwijderd opnieuw aan en houd vervolgens de aan/uit-knop ingedrukt om
uw DiskStation in te schakelen.
Om te controleren of DiskStation de nieuwe geheugencapaciteit herkent:
1 Installeer DiskStation Manager (DSM). (Zie het volgende hoofdstuk voor meer informatie.)
2 Meld u bij DSM aan als admin of als gebruiker van de groep administrators.
3 Controleer
Totaal fysiek geheugen
Als het DiskStation het geheugen niet herkent of niet correct opstart, controleert u of het geheugen correct is
geïnstalleerd.
Om een RAM-module te verwijderen:
1 Volg stappen 1 en 2 in het gedeelte "Om een RAM-module te installeren" om uw DiskStation af te sluiten,
maak de kabels los en verwijder vervolgens de behuizing.
2 Druk de hendels op de zijkanten van de geheugenmodule naar buiten om de module uit de geheugenkaart-
sleuf los te maken.
3 Houd de geheugenmodule vast bij de inkepingen en verwijder ze uit de sleuf.
4 Plaats de bovenste behuizing terug. Plaats de schroeven terug die u in stap 2 hebt verwijderd en schroef ze
vast.
5 Sluit de kabels die u in stap 1 hebt verwijderd opnieuw aan en houd vervolgens de aan/uit-knop ingedrukt om
uw DiskStation in te schakelen.
11 Hoofdstuk 2: Hardware-installatie
in
Configuratiescherm
>
Info
Center.