KNX applicatiebeschrijving
Drukknopmodule 1-voudig met geïntegreerde buskoppelaar
Drukknopmodule 2-voudig met geïntegreerde buskoppelaar
4.10 Functie "scène"
In het volgende parametervenster wordt de functie "scène" in het bedieningsconcept als wip en
als toets geparametreerd en ingesteld.
De functie scène kan als scènebijpost worden toegepast en dient voor het oproepen resp.
opslaan van geconfigureerde lichtscènes die voor ander KNX-apparaten zijn geprogrammeerd.
Het apparaat kan maximaal 64 scènes oproepen en opslaan. Door kort indrukken van de toets
zendt het apparaat via het communicatieobject scènecontrole een waarde tussen 0 en 63
(waarde 0 komt overeen met scène 1 en waarde 63 komt overeen met scène 64) naar de bus.
Het oproepen van een scène gebeurt door het loslaten van de toets.
7
6
Opslaan
X
Tabel 28: Opbouw 1-byte Communicatieobject scène
X = niet relevant.
Als de functie "scène opslaan" door lang indrukken van de toets geactiveerd is, kunnen de
parameterwaarden van de scène met het apparaat worden gewijzigd en door lang indrukken
van de toets worden opgeslagen. Het opslaan van scènes kan door lang indrukken van de toets
ook worden gedeactiveerd (vinkje verwijderen Afbeelding 27, 1).
Parameter
Functie van de toets
"scène" (scènebijpost)
(configuratie van afzonderlijke
toetsen)
Functie van de wip
"scène" (scènebijpost)
Functie bij het indrukken van de
bovenste toets
Functie bij het indrukken van de
onderste toets
(Wipconfiguratie)
Opslaan van de scène door lang
indrukken van de toets
1
Tabel 29: Functie van de wip/afzonderlijke toets "scène"
Het opslaan van een scène wordt door het knipperen van de betreffende status-led van de toets bevestigd (1
1
seconde).
Indien de parameters van een scène door het apparaat worden veranderd, kunnen de nieuwe
scène-parameters worden opgeslagen door de toets lang in te drukken.
*
Default-waarde
Art.nr. 8014 11 XX
Art.nr. 8014 21 XX
Afbeelding 27: Functie "scène"
Bitnummer
5
4
Scènenummer (0= scène 1 ---- bit-nr. +1 = scènenummer)
Beschrijving
Met deze parameter wordt aan de
toets met de functie "scènes" een
scènenummer bij het indrukken
van de toets toegewezen:
Met deze parameter wordt aan de
wip met de functie "scène" een
scènenummer toegewezen: Hierbij
wordt onderscheid gemaakt tussen
de functie bij het indrukken van de
wip boven/onder.
Door het activeren van deze functie "aanvinken", kan een gewijzigde
scène opnieuw worden opgeslagen.
Pagina 42/65
1
3
2
waarde
Scènenummer (1 *...64)
Scènenummer toets boven (1*... 64)
Scènenummer toets onder (1*... 64)
1
0
6LE007983A