2. Volg de installatieprocedure van pagina 6 t/m 8 voor het gebruik van het apparaat in
de DMX modus. Volg tevens de installatieprocedure volgens de specificaties van de
DMX controller. Sluit het apparaat via de XLR connector aan op een universele DMX
512 controller.
3. Druk op de MODE toets totdat "DMX MODE" in het display verschijnt. Druk op de
SET UP toets totdat "ADDR:XXX" in het display verschijnt. "XXX" vertegenwoordigt
het actuele adres. Gebruik de UP of DOWN toetsen om de gewenste DMX adres in te
stellen. Druk de SET UP toets om de gewenste DMX modus te selecteren.
Gebruik de UP en DOWN toetsen om de DMX kanaalmodus te selecteren.
Voor de 6-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "CHAN:6" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 6-kanaal modus.
Voor de 7-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "CHAN:7" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 7-kanaal modus.
Voor de 8-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "CHAN:8" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 8-kanaal modus.
Voor de 12-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "CHAN:12" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 12-kanaal modus.
Voor de 36-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "CHAN:36" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 36-kanaal modus.
4. Zie pagina 14 t/m 17 voor DMX waarden en kenmerken.
5. Na het instellen van een DMX kanaal modus kan het apparaat via de XLR
aansluitingen worden aangesloten op een DMX controller.
ADJ RFC:
Met deze functie kan de ADJ RFC (radiografische afstandsbediening) aan- of uitgeschakeld
worden. Als deze functie is geactiveerd kunnen de functies van het apparaat via de ADJ
RFC bediend worden. Zie hiervoor de uitgebreide beschrijving van de functies op pagina 13.
1. Sluit het apparaat aan op de stroomvoorziening en druk op de MODE toets totdat
"OTHER" in het display verschijnt.
2. Druk op de SET UP toets totdat "RF:XX" in het display verschijnt. "XX"
vertegenwoordigt "ON" of "OFF".
3. Druk op de UP of DOWN toetsen om de afstandsbediening te activeren (On) of uit te
schakelen (Off).
DMX STATE:
Indien het DMX signaal wegvalt gaat het apparaat naar deze, bij het installeren ingestelde,
bedieningsmodus. Het apparaat keert ook naar deze ingestelde bedieningsmodus bij het
inschakelen van de stroomvoorziening.
1. Druk zo vaak op de MODE toets totdat "DMX MODE" in het display verschijnt.
2. Druk op de SET UP toets totdat "NO:XXXX" in het display verschijnt. "XXXX"
vertegenwoordigt de actueel weergegeven DMX status.
3. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de gewenste bedieningsmodus te kiezen
waarin het apparaat moet starten bij het wegvallen van het DMX signaal of bij het
inschakelen van de stroom.
"NO:AUTO" (auto run) – Het apparaat gaat automatisch in auto run modus
•
als het DMX signaal wegvalt of als de stroomvoorziening wordt
aangesloten.
"NO:BLACK" (black-out) – Het apparaat gaat automatisch in Stand by
•
modus als het DMX signaal wegvalt of als de stroomvoorziening wordt
aangesloten.
"NO:HOLD" (last state) – Als het DMX signaal wegvalt blijft het apparaat
•
in de laatste DMX instelling. Als deze modus is geprogrammeerd en de
stroomvoorziening wordt aangesloten gaat het apparaat automatisch naar
de laatste DMX instelling.
©American DJ® -
www.americandj.eu
– Ultra Hex Bar 12 – Gebruikershandleiding pagina 11