Inhoudsopgave
Advertenties
• Parkeer het voertuig op een zo vlak mogelijke ondergrond.
• Controleer of de ondergrond waar de krikken op gaan steunen bij voorkeur vlak, niet
glad en vrij is van puin, stenen etc.
• Bij het parkeren op een zachte ondergrond dient gebruik te worden gemaakt van platen
of blokken onder de voetplaten om ervoor te zorgen dat de steunpoten niet wegzakken.
• De handrem dient aangetrokken te zijn voordat het systeem bediend kan worden.
Zonder aangetrokken handrem zal het systeem niet werken.
• De versnelling dient in neutraal of parkeerstand te staan.
• Zorg ervoor dat het systeem genoeg spanning heeft, start eventueel het voertuig tijdens
het nivelleren als de spanning onvoldoende is.
• Bewaar afstand van het voertuig, erkers, zonneschermen, deuren, opstapjes etc. Het
voertuig kan in alle richtingen bewegen bij het uitzetten of intrekken van de krikken.
• Voor een zo nauwkeurig mogelijk resultaat wordt aangeraden het systeem buiten het
voertuig te bedienen of anders niet te bewegen indien men zich in het voertuig bevindt.
• Druk op de STOP toets op het bedieningspaneel op elk moment dat de werking moet
worden onderbroken.
• Wanneer de werking is onderbroken, dienen alle krikken eerst ingetrokken te worden.
Hierna kan er weer van voren af aan begonnen worden.
• Controleer ALTIJD of alle krikken goed op de grond staan.
• Zet het contact van het voertuig af als het systeem gereed is.
• Plaats blokken onder de krikken als de gele bal van de waterpas buiten de binnenste
cirkel komt. Hierdoor wordt voorkomen dat de krik bij een maximale uitsturing
onherstelbaar beschadigd raakt.
• VERPLAATS HET VOERTUIG NOOIT WANNEER 1 OF MEERDERE KRIKKEN UITSTAAN.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN NIVELLEREN
6
Advertenties
Inhoudsopgave
