3. "STROBE.XX" verschijnt in het display. Dit is de FLASH modus. De Flash kan worden
ingesteld tussen "00" (geen strobe) en "15" (snelste strobe).
INGEBOUWDE PROGRAMMA MODUS:
1. Sluit het apparaat aan op de stroomvoorziening en druk op de MODE toets totdat
"PROGRAM PRO:XX" in het display verschijnt. "XX" vertegenwoordigt een nummer
tussen 1-22. Gebruik de UP en DOWN toetsen om door de verschillende programma's
te zoeken. Bij programma 21 en 22 kunnen de kleuren worden aangepast.
2. Druk na het selecteren van het gewenste programma op de SET UP toets.
"SPEED:XX" verschijnt in het display. De snelheid van het geselecteerde programma
kan nu worden ingesteld. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de snelheid in te stellen
van "01" (laagste snelheid) tot "16" (hoogste snelheid). Druk daarna op de SET UP
toets om naar de STROBE instelling te gaan.
3. Door op de SET UP toets te drukken verschijnt "FADE:XX" in het display. De FADE
snelheid van het geselecteerde programma kan nu worden ingesteld. Gebruik de UP
en DOWN toetsen om de snelheid in te stellen tussen "01" (traagste) en "15" (snelste)
of op "00" (fade tijd uitgeschakeld).
4. Druk nogmaals op de SET UP toets. "STROBE:XX" verschijnt in het display. De
STROBE snelheid van het geselecteerde programma kan nu worden ingesteld.
Gebruik de UP en DOWN toetsen om de strobe snelheid in te stellen tussen "01"
(traagste flash) en "15" (snelste flash) en "00" (uit).
PROGRAMMA'S 21 & 22 – Druk na het instellen van de strobe bij programma 21 of 22 op
de
SET
UP toets. "B:XX"
basis/achtergrondkleur. Gebruik de UP en DOWN toetsen om door de verschillende
kleurinstellingen te scrollen. Druk na het selecteren van de basiskleur op de SET UP toets
totdat "C:XX" in het display verschijnt. Dit is de bewegende kleur. Gebruik de UP en DOWN
toetsen om door de verschillende kleuren te scrollen.
DMX MODUS:
Met deze functie kan een universele DMX-512 controller worden gebruikt om alle afzonderlijke
functies te bewerken. Met de DMX controller kunnen unieke, op ieders persoonlijke wensen
toegesneden programma's worden gecreëerd. Met deze functie kan de WiFly Chameleon ook
als een spot worden gebruikt.
De WiFly Chameleon heeft 6 DMX modi: 6-kanaal modus, 7-kanaal modus, een 9-kanaal
modus, 11-kanaal modus, 18-kanaal modus en een 20-kanaal DMX modus. Zie de tabel op
pagina 10 t/m 13 voor gedetailleerde beschrijving van de DMX kenmerken.
1. Met deze functie kan een universele DMX-512 controller worden gebruikt om alle
afzonderlijke functies te bewerken.
2. Druk voor het gebruik van het apparaat in de DMX modus op de MODE toets totdat "
DMX MODE" in het display verschijnt. Druk op de SET UP toets totdat "ADDR:XXX" in
het display verschijnt. " XXX" geeft het actuele DMX adres weer. Gebruik de UP en
DOWN toetsen om het DMX adres aan te passen. Druk op de SET UP toets om de
gewenste DMX kanaalmodus te selecteren.
3. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de DMX kanaalmodus te selecteren.
Voor de 6-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "CHAN:6" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 6-kanaal modus.
Voor de 7-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "CHAN:7" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 7-kanaal modus.
Voor de 9-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "CHAN:9" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 9-kanaal modus.
Voor de 11-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "CHAN:11" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 11-kanaal modus.
Voor de 18-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "CHAN:18 in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 18-kanaal modus.
American DJ -
wordt
in
– WiFly Chameleon – Gebruikershandleiding pagina 16
www.americandj.eu
het
display
weergegeven.
Dit
is
de