2 Voor de gebruiker
Onderhoud
OVERSTORTVENTIEL (NIET MEEGELEVERD)
Uit de inlaatcombinatie van de boiler ontsnapt soms wat
water wanneer warm water is gebruikt. Dit komt doordat het
koude water waarmee de boiler wordt bijgevuld bij verhitting
uitzet, waardoor de druk toeneemt en het overstortventiel
opent.
De werking van het overstortventiel moet regelmatig worden
gecontroleerd. Controleer als volgt:
1. Open de klep door de knop voorzichtig linksom te draaien;
2. Controleer of er water uit de klep stroomt;
3. Sluit de klep door deze los te laten. Indien de klep hierna
niet automatisch sluit, draait u deze iets naar rechts.
SYSTEEM LEEGMAKEN
Boiler
De boiler wordt tapwaterzijdig geleegd via de sifon (met
slang) in de koudwateraansluiting (XL3).
Verwarmingsspiraal
Leeg de verwarmingsspiraal via de sifon (met slang) op de
koppelingsaansluiting, retour naar warmtepomp (XL9).
SERVICE
Neem voor service contact op met uw installateur. Vermeld
altijd het 18-cijferige serienummer en de installatiedatum.
Er mogen uitsluitend originele vervangingsonderdelen wor-
den toegepast.
AANSLUITING VAN DE LEIDINGEN
XL3 Aansluiting koud water
XL4 Aansluiting warmtapwater
XL8 Aansluiting aanvoerleiding (van warmtepomp)
XL9 Aansluiting retourleiding (naar warmtepomp)
SENSORAANSLUITINGEN
UA1 Dompelbuis voor warmtapwatersensor BT7 (display)
UA2 Dompelbuis voor warmtapwatersensor BT6 (regeling)
4
585,2
XL8
UA1
BT7
UA2
BT6
XL3
3113002510
RSV
Model
3113002510
3113002520
3113002530
RSH
XL4
XL9
RSV 20
RSV 30
RSV 30