Op de acculader bevindt zich 1 indicatielampje. Zodra de
acculader is aangesloten gaat het lampje rood branden en
wordt de accu opgeladen. Als het lampje groen gaat bran-
den is de accu vol en kan de stekker uit het stopcontact.
Indien een PowerMove Mini aan staat, of aangezet wordt
tijdens het opladen van de batterij, zal de batterijindicatie
korte tijd een animatie laten zien van oplopende groene
lampjes. Daarna schakelt de PowerMove Mini uit. Tijdens het
opladen kan de PowerMove Mini niet gebruikt worden. Alle
tilliftfuncties worden uitgeschakeld.
Waarschuwing!
De accu van de PowerMove Mini ontlaadt
zichzelf langzaam. De accu dient derhalve
minimaal eens in de drie maanden volledig te
worden opgeladen. Indien dit niet gebeurt kan
de accu onherstelbaar beschadigd worden.
Op de accu wordt een garantie gegeven van minimaal 500
oplaadcycli of 2 jaar. Een teller in de elektronicabox houdt
dit aantal oplaadcycli bij en kan door servicepersoneel uitge-
lezen worden.
Duwbeugel, bedieningspaneel en handbediening
Zowel het bedieningspaneel, gemonteerd in het midden van
de duwbeugel en de duwbeugel zelf spelen een rol in de
bediening van de PowerMove Mini.
De duwbeugel is voorzien van een sensor die meet hoeveel
kracht, en in welke richting die kracht op de duwbeugel
wordt uitgeoefend. Hierdoor is het mogelijk om, door alleen
de duwbeugel vast te houden en in een bepaalde richting te
duwen, de mate van elektrische ondersteuning en de rich-
ting van de elektrische ondersteuning te bepalen.
Op het bedieningspaneel is een aantal bedieningsknoppen
en indicatielampjes te vinden.
1. GO bedieningsknop
2. GO indicatielampje
3. Bedieningsknoppen spreidpoten
4. Bedieningsknoppen liftbeweging
5. Bedieningsknoppen kantelen juk
6. Noodstop
7. Noodstop indicatielampje
8. Wielrichting indicatielampje
9. Service indicatielampje
10. Batterij indicatielampjes
Aan de onderzijde van het bedieningspaneel bevindt zich
een connector voor een handbediening. Op deze handbe-
diening zijn enkele bedieningsknoppen die ook op het be-
dieningspaneel te vinden zijn geplaatst.
1. Bedieningsknoppen liftbeweging
2. Bedieningsknoppen kantelen juk
3. Bedieningsknoppen spreidpoten
Duwbeugel
De duwbeugel van de PowerMove Mini is voorzien van een
sensor, die de kracht die op de duwbeugel wordt aange-
bracht, kan meten. Deze sensor meet de grootte van die
kracht, maar ook de hoek waaronder tegen de duwbeugel
wordt geduwd; bijvoorbeeld, recht naar voren, opzij, of
schuin naar achteren. Mocht de PowerMove Mini in standby
staan dan is de sensor gedeactiveerd. De sensor kan geac-
tiveerd worden door kort op de GO bedieningsknop op het
bedieningspaneel te drukken.
Met het signaal van de sensor wordt het Touch&Move wiel
aangedreven en gestuurd. Wordt tegen de duwbeugel ge-
duwd, dan reageert het Touch&Move wiel door krachtonder-
steuning te geven.
Wordt schuin naar voren tegen de duwbeugel geduwd, dan
gaat ook het Touch&Move wiel in een schuine stand naar vo-
ren staan. Wordt alleen tegen de zijkant van de duwbeugel
geduwd, dan gaat het Touch&Move wiel volledig zijwaarts
draaien en krachtondersteuning in zijwaartse richting geven.
Wanneer de PowerMove Mini stil staat en tegen de zijkant
van de duwbeugel wordt geduwd, gaat het wiel volledig zij-
waarts draaien. Met de PowerMove Mini kan nu een zijwaart-
se manoeuvre worden uitgevoerd. Wanneer de PowerMove
Mini zijwaarts is verreden, en de duwbeugel losgelaten
wordt gaat het Touch&Move wiel automatisch terugkeren
naar de voorwaartse stand.
Het besturen van de PowerMove Mini gaat het best wanneer
rustig tegen de duwbeugel geduwd wordt. De elektrische
ondersteuning krijgt dan voldoende tijd om de PowerMove
Mini in beweging te brengen, zodat geen eigen kracht ge-
bruikt hoeft te worden bij het bewegen.
Wanneer een te grote kracht op de duwbeugel wordt uitge-
oefend, bijvoorbeeld wanneer de PowerMove Mini vanuit
stilstand met grote kracht wordt aangeduwd kan het voor-
komen dat de sensoren zich opnieuw in moeten stellen. Het
7