NEDERLANDS
• Druk de nieuwe lamp rustig in de lampenhouder en bevestig de draden van de nieuwe
lamp in de aansluitingen van de lusterklem. Verzeker U ervan dat de draden goed
vastzitten!
Opgepast! Controleer het etiket achter op het toestel of kijk naar de technische
karakteristieken in deze gebruikswijzing om te weten welke lamp U moet gebruiken.
Gebruik nooit een lamp met een hogere wattage. Lampen met een hogere wattage
produceren temperaturen waarvoor het apparaat niet ontworpen was. Als het apparaat
een lampentransformator gebruikt, zal hij verbranden wegens de te grote belasting.
• Raak de lamp aan de binnenzijde van de reflector niet met blote handen aan; dit zal de
levensduur van de lamp drastisch verkorten. Indien U de lamp aanraakte, maak hem dan
schoon met een lapje en een beetje schoonmaakalcohol. Veeg de lamp droog alvorens
hem te installeren.
• Vergewis U ervan dat geen draden de lamp raken.
• Sluit het lampcompartiment met de schroef.
• Klaar.
OPHANGEN VAN HET APPARAAT
• Belangrijk: De installatie van het toestel mag uitsluitend door bekwaam
onderhoudspersoneel uitgevoerd worden. Onjuiste plaatsing kan ernstige letsels
en/of schade aan eigendommen tot gevolg hebben. Het ophangen vergt veel
ervaring. U behoort de grenzen te respecteren aan de werklast; erkende
installeringmaterialen
moeten
worden
geïnstalleerde toestel moet regelmatig worden gecontroleerd.
• Overtuig U ervan dat het gebied onder installatieplaats vrij is van ongewenste personen
tijdens het plaatsen, het weghalen en het onderhoud.
• Installeer het toestel op een goed geventileerde plaats, ver van brandbare stoffen en/of
vloeistoffen. Het toestel moet worden bevestigd op minstens 50 cm van de omringende
muren.
• Het toestel moet worden geïnstalleerd buiten het bereik van iedereen en weg van
plaatsen waar men mag lopen en zitten.
• Alvorens tot plaatsen over te gaan, moet men controleren dat de minimum puntbelasting
van de installatieplaats 10 keer het gewicht van het toestel bedraagt.
• Gebruik bij het installeren van het toestel altijd een gewaarmerkte veiligheidskabel die 12
keer het gewicht van het toestel kan dragen. Deze bijkomende veiligheidsbevestiging
moet zo worden aangebracht dat geen deel van het toestel meer dan 20 cm vallen kan
als de hoofdbeveiliging faalt.
• Het apparaat moet goed worden vastgezet; aan een vrij zwaaiende montering mag zelfs
niet gedacht worden.
• Bedek geen ventilatieopeningen, anders zou dit oververhitting tot gevolg kunnen
hebben.
• De gebruiker moet er zich van verzekeren dat de installaties met betrekking tot de
veiligheid en de technische mechaniek door een expert zijn goedgekeurd alvorens ze
voor de eerste keer te gebruiken. Elk jaar moeten de installaties worden gekeurd door
een vakman om te controleren of de veiligheid nog steeds perfect is.
JB SYSTEMS®
21/49
HANDLEIDING
gebruikt;
de
veiligheid
van
het
SUPER WINNER
NEDERLANDS
DE SUPER WINNER BEDIENEN:
1. één Winner werkt zelfstandig:
U hoeft het apparaat enkel aan te schakelen. Zorg tevens voor wat ritmische muziek. De
Winner werkt nu automatisch op de maat van de muziek.
2. Twee of meer Winners in master/slave:
Verbind 2 of meer Winners met elkaar door middel van degelijke, gebalanceerde
microfoonkabels (zoals bvb. onze JB Systems code 7-0063). De Winner waar er geen
DMX-kabel toekomt zal zich automatisch als master schakelen; de andere Winners
gedragen zich als slaven (slaves) en luisteren dus naar de master.
De stand van de DIP switches heeft hier absoluut geen belang! Enkel met DIP-switch
nr.10 kan U de bewegingen van een, als slave geschakelde Winner, omkeren. Probeer dit
en kijk of het effect verbetert. DIP-switch nr.10 heeft geen effect op de master.
3. Sluit de optionele CA8 controller aan voor meer controle:
De CA8 controller kan U enkel gebruiken in zelfstandige of master/slave mode. Sluit de
controller aan op de jack ingang van de eerste Winner (master). Nu kan U de Winners
bedienen:
• STANDBY TOETS:
Druk op deze toets om de blackout functie van alle
aangesloten Winners te bedienen. De LED is aan als de
blackout functie actief is (blackout = geen licht). Na ongeveer
30seconden wordt de lamp automatisch uitgeschakeld om
haar levensduur te verlengen.
• MODE TOETS: (snel / traag)
In FAST mode is de LED gedoofd. De bewegingen en het
gobo/kleurenwiel werken in de maat van de muziek. Druk de
toets om de LED aan te schakelen; de Winner is nu in
SLOW mode. De bewegingen reageren nog steeds op de
muziek maar het gobo/kleurenwiel wordt nu bediend door de
FUNCTION-toets.
• FUNCTION TOETS: (strobe/next)
Er zijn 3 verschillende strobo funkties ter beschikking als U
de FUNCTION-toets bedient terwijl de Winner in FAST mode
staat .(MODE led is uit):
• Strobo met verschillende gobo's/kleuren
• Synchrone, witte strobo flitsen
• "Two-light" witte strobo flitsen
Als de Winner in SLOW mode staat (MODE led is aan) dan zullen de kleuren en
gobo's veranderen telkens U op de FUNCTION-toets drukt.
4. Aangestuurd door een universele DMX-controller:
Het DMX-protocol is een veel gebruikt signaal om intelligente lichtapparatuur te sturen. De
DMX controller en alle DMX-apparatuur moeten in één lange keten verbonden worden. Dit
gebeurt met gebalanceerde microfoonkabel van goede kwaliteit, voorzien van XLR M/F
aansluitingen (Bvb. JB Systems ref. 7-0063). Om onvoorspelbaar gedrag, door
interferenties, te vermijden dient men de keten af te sluiten met een weerstand van 90Ω
tot 120Ω . Gebruik nooit Y-splitter kabels, dit zal in geen geval werken!
JB SYSTEMS®
22/49
HANDLEIDING
SUPER WINNER