3.1 Auto-kalibratie
G-Motion motor units voeren een auto-kalibratie van eindposities uit bij het eerste gebruik.
Voor Motor types GM-x21-xxxx/x en GM-x10-xxxx/x ( NIET voor GM-1xx-xxxx/x/ )
Voor fijn-afstellen van eindposities tijdens auto-kalibratie, kunnen deze knoppen gebruikt worden:
knoppen onderop de motorunit (1) of schakelaar knoppen (2).
(1)
1. Plaats de motor unit aan het gordijnrail systeem als beschreven in Hoofdstuk 1.
2. Plaats de gordijnen indien mogelijk en verstel interne
eindstops indien nodig voor betere plooiing van het
gordijn. (art. 6002, inbussleutel 2mm). De eindstops
staan vooringesteld en begrenzen de loopafstand van
de voorloper. Tijdens auto-kalibratie worden software-
matige 'zachte' eindposities opgeslagen met de eindstops 6002 als referentie
punten.
art. 6048-1001-03
3. Sluit een stroomvoorziening aan (type afhankelijk van motor).
4. Druk kort op een van de knoppen onderop de motorunit of van de bediening.
5. De LED op de motor unit knippert rood.
6. Het systeem beweegt tot het gestopt wordt door de interne eindstop.
7. Het systeem beweegt ~1cm in tegengestelde richting en wacht dan 5 seconden:
begin binnen deze 5 seconden met fijnafstellen via de knoppen indien nodig.
8. Na 5 seconden zonder signaal, gaat de kalibratie routine door. Het systeem be-
weegt verder tot aan de andere interne eindstop.
9. Het systeem beweegt ~5cm terug en wacht dan 5 seconden: begin binnen deze 5
seconden met fijnafstellen via de knoppen indien nodig.
10. Na 5 seconden zonder signaal, beweegt het systeem nog eens 20cm: de kalibta-
tie is klaar en de LED gaat uit. De CPS mode gaat automatisch aan. Het systeem
is klaar voor gebruik.
Auto-kalibratie kan onderbroken worden door op een van de knoppen te drukken.
Eerste gebruik: auto-kalibratie
(2)
art. 6048-1001-03
6002
3
6002
13