RDM Commander MKII
10) Selecteer bijvoorbeeld de parameter Indentify Device. Draai aan de knop om Get Parameter of Set
Parameter te selecteren.
11) Selecteer Get Parameter en druk op de draaiknop. Op het display wordt het volgende
weergegeven:
12) Selecteer Fresh om de informatie te vernieuwen of Exit om terug te gaan naar het vorige submenu.
13) Druk op de draaiknop om te bevestigen.
14) Selecteer Get Parameter en druk op de draaiknop. Op het display wordt bijvoorbeeld het volgende
weergegeven:
15) Druk op Start Identify om te beginnen en op Stop Identify om de identificatie te stoppen.
16) Selecteer Only Self om uit drie opties te kiezen: Only Self, Same mfrs of All Device.
Selecteer Only Self om alleen de aangesloten fixture te selecteren.
Selecteer Same mfrs om alle fixtures van dezelfde fabrikant te selecteren.
Selecteer All Device om alle fixtures te selecteren die zijn gekoppeld aan de aangesloten fixture.
17) Draai aan de knop om Ok&Save te selecteren en deze parameter op te slaan.
18) Druk op de draaiknop om te bevestigen.
19) Selecteer Exit om terug te gaan naar het vorige submenu. Druk op de draaiknop om te bevestigen.
20) Als u informatie over de aangesloten fixture wilt weergeven, selecteert u de parameter Device Info.
Op het display wordt bijvoorbeeld het volgende weergegeven:
21) Draai aan de knop om Get Parameter te selecteren.
Bestelcode: 50550
13