NL
104
INSTALLATIEAFSTAND
Installatieafstand
C870
Brandbaar plafond
460
490
Brandbare muur
50
Toegestaan
gebied voor
brandbaar
bouwdee
300
350
* Als de kachel op een vloerplaat van bijvoorbeeld glas (accessoire) komt te staan, wordt de dikte van de vloerplaat bij de hoogte vanaf de vloer opgeteld. Geldt ook voor de vrijliggende glazen vloerplaten
(accessoire).
** Om verkleuring van geschilderde onbrandbare wanden te voorkomen, bevelen wij dezelfde zijafstand aan als voor brandbare wanden.
BIJ INSTALLATIE VAN DRAAIPLATEAU (OPTIE)
gelden onderstaande installatieafstanden niet.
Zie de aparte installatie-instructies voor het
draaiplateau.
Brandbare muur
580
360
Ø150
180
45
65
245
Brandmuur van
steen of beton
50
700
Brandmuur van
steen of beton
200**
430**
De afstand vóór de kachelopening
tot aan brandbare bouwdelen of
inrichting dient minimaal 1 m te
bedragen.
Op de maatschetsen worden
alleen de minimaal toegestane in-
stallatieafstanden voor de kachel
aangegeven. Bij aansluiting op
een stalen schoorsteen moeten
ook de eisen met betrekking
tot veiligheidsafstanden voor
de schoorsteen in acht worden
genomen. De veiligheidsafstand
tussen een ongeïsoleerde
schoorsteenpijp en brandbare
bouwdelen moet minimaal 300
mm bedragen.
A = hoogte van vloer tot
schoorsteenaansluiting, boven
B = hoogte van vloer tot
schoorsteenaansluiting (h.o.h.),
achter
C = hoogte van vloer tot
toevoerluchtaansluiting
D = hoogte van vloer tot onderkant
deur
Toevoerluchtaansluiting Ø67
Een vrijliggende
!
onbrandbare
ondergrond van glas
(accessoire) verhoogt
de aansluithoogte op de
schoorsteen met 6 mm.