2.1. ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
1.
Lees de handleiding zorgvuldig door, alvorens met de machine te gaan werken.
2.
Beveiligingen e.d. op hun plaats houden / niet verwijderen.
3.
Elektrisch aangedreven machines uitgerust met een stekker dienen altijd op een geaard
stopcontact te worden aangesloten.
4.
Losse hendels of bedieningssleutels dienen altijd te worden verwijderd. Maak er een
gewoonte van om de machine altijd vóór gebruik te controleren.
5.
De machine moet op een vlakke en stabiele ondergrond geplaatst worden.
6.
Houd de werkplek schoon en vrij van obstakels. Een rommelige werkplek werkt
risicoverhogend.
7.
De machine mag niet in een gevaarlijke omgeving worden opgesteld, d.w.z. niet in vochtige
of natte ruimten. Stel de machine eveneens niet bloot aan regen. Zorg voor een goede
verlichting op de werkplek.
8.
Houd kinderen en onbevoegden van de machine verwijderd. Zij dienen altijd op een veilige
afstand van de machine te worden gehouden.
9.
Zorg ervoor dat de werkplaats niet kan worden betreden door onbevoegden. Breng
veiligheidssloten aan in de vorm van schuifsloten, afsluitbare hoofdschakelaars e.d.
10.
De machine mag nimmer overbelast worden. De capaciteit van de machine is het grootst
wanneer deze op de juiste manier belast wordt.
11.
Gebruik de machine uitsluitend voor die werkzaamheden waarvoor ze is gemaakt.
12.
Draag de juiste werkkleding. Draag geen loshangende kleding, handschoenen, halsdoeken,
ringen, kettingen, armbanden of sieraden. Deze kunnen in draaiende delen grijpen. Draag
schoeisel met rubberzolen. Draag een haarnetje in geval van lang haar.
13.
Draag altijd een veiligheidsbril en ga te werk volgens de veiligheidsvoorschriften. Bij stoffige
werkzaamheden is een stofmasker raadzaam.
14.
De geluidsemissie van deze machine is LpA: 73,0 dB(A) en LWA: 86,0 dB(A) en kan
op de werkplek dus 73 dB(A) overschrijden Gebruik geschikte gehoorbescherming om
gehoorbeschadiging te voorkomen. Boven 80 dB(A) wordt gehoorbescherming aanbevolen,
boven 85 dB(A) is gehoorbescherming verplicht
15.
Maak werkstukken altijd goed vast middels een machineklem of een spaninrichting. Dit
houdt beide handen vrij voor de bediening van de machine.
16.
Houd te allen tijde uw balans.
17.
Houd de machine altijd in optimale conditie. Houd hiertoe de snijvlakken scherp en schoon.
Lees de handleiding zorgvuldig door en houd u aan de instructies voor reinigen, smeren en
wisseling van gereedschap.
18.
Maak de machine spanningsloos, alvorens onderhoudswerkzaamheden of vervanging van
onderdelen aan de machine uit te voeren.
19.
Maak uitsluitend gebruik van de voorgeschreven toebehoren. Zie handleiding.
20.
Gezien onze machine een nulspanning beveiliging hebben kan de machine na opzetten van
de spanning niet starten. De machine moet dus dan nog fysiek gestart worden.
21.
Ga nooit op de machine of het gereedschap staan. De machine kan omvallen of in
aanraking met het snijgereedschap komen.
22.
Controleer op beschadigde onderdelen. Indien er sprake is van beschadigde delen, dient u
deze onmiddellijk te vervangen of te repareren.
23.
Laat de machine nooit onbeheerd achter terwijl ze loopt. Schakel de machine altijd uit, doch
pas nadat ze tot volledige stilstand gekomen is.
24.
Alcohol, medicijnen, drugs. De machine mag nooit worden bediend wanneer u onder
invloed van deze middelen bent.
25.
Zorg ervoor dat de machine spanningloos is, alvorens werkzaamheden uit te voeren aan de
elektrische uitrusting, motor e.d.
26.
Originele verpakking bewaren i.v.m. transport c.q. verplaatsing van de machine.
27.
De machine mag niet worden gebruikt indien beschermkappen of andere
veiligheidsinrichtingen zijn verwijderd. Indien beschermkappen bij transport (bijv. bij
reparatie) worden verwijderd moet men deze vóór (hernieuwde) ingebruikneming van de
machine weer op de juiste wijze bevestigen.
Wijzigingen en typfouten voorbehouden / Huvema BL 16B-2 versie 2022-01
6