2.
Beeld
Vanaf deze functie kunt u de helderheid, het contrast, ASCR, Spoorvrij,
de scherpte, de verzadiging, de positie (alleen VGA) en de
scherpstelling (alleen VGA) instellen.
P1
ASCR
Trace Free
Sharpness
Saturation
‧ Helderheid: Het aanpassingsbereik ligt tussen 0 en 100.
is een sneltoets om deze functie te activeren.
‧ Contrast: het aanpassingsbereik ligt tussen 0 en 100.
ASCR: Selecteer JA of NEE om de functie voor de dynamische
‧
contrastverhouding in of uit te schakelen.
Spoorvrij: Voor het verhogen van de responstijd met de
‧
overdrivetechnologie. Het instelbereik is van 0 tot 100.
‧ Scherpte: het aanpassingsbereik ligt tussen 0 en 100.
‧ Saturation (Verzadiging): het aanpassingsbereik ligt tussen 0
en 100.
‧ Positie: past de horizontale positie (H-Position) en de
verticale positie (V-Position) van het beeld aan. Het
aanpassingsbereik ligt tussen 0 en 100.
‧ Scherpstelling: vermindert de ruis van de horizontale en de
verticale lijnen van het beeld door (Fase) en (Klok)
afzonderlijk aan te passen. Het aanpassingsbereik ligt tussen
0 en 100.
• Fase past de fase aan van het pixelkloksignaal. Wanneer een
fase verkeerd is ingesteld, zal het scherm horizontale storingen
vertonen.
Klok (pixelfrequentie) beheert het aantal pixels dat door één
•
horizontale haal wordt gescand. Als de frequentie niet juist is,
zal het scherm verticale strepen tonen en is het beeld niet in
verhouding.
3-2
P2
Position
Focus
54
54
Hoofdstuk 3: Algemene instructies