Overige problemen
De computer reageert niet.
De computer wordt niet
vanaf het gewenste
apparaat opgestart.
Het aangesloten externe
apparaat werkt niet.
Hoofdstuk 6. Problemen oplossen
• Om de computer uit te schakelen, houdt u de aan/
uit-knop gedurende minstens 4 seconden ingedrukt.
Als de computer nog steeds niet reageert, ontkoppelt
u de netvoedingsadapter.
• De computer kan vastlopen als de slaapstand wordt
geactiveerd tijdens een communicatiebewerking.
Schakel de timer voor de slaapstand uit wanneer u
gebruikmaakt van het netwerk.
• Raadpleeg het menu Boot (Starten) van het BIOS-
instelprogramma. Controleer of UEFI in het BIOS-
instelprogramma zo is ingesteld dat de computer
opstart vanaf het gewenste apparaat.
• Controleer bovendien of het apparaat van waarop de
computer opstart, is ingeschakeld. Controleer in het
menu Boot (Starten) van het BIOS-instelprogramma
of het apparaat wordt vermeld in de UEFI-lijst.
• Druk terwijl de computer uitgeschakeld is op de
Novo-knop om het apparaat te selecteren waarmee
de computer moet starten.
• Met uitzondering van USB-kabels mag u nooit kabels
van externe apparatuur aansluiten of ontkoppelen
terwijl de computer is ingeschakeld, omdat de
computer anders beschadigd kan raken.
• Wanneer u externe apparaten met een hoog
energieverbruik aansluit, zoals een extern optisch
schijfstation via USB, moet u de netvoedingsadapter
bij het betreffende externe apparaat gebruiken. Doet
u dit niet, dan wordt het apparaat mogelijk niet
herkend of wordt het systeem uitgeschakeld.
37