NEDERLANDS
28. [DSP SELECT] knoppen: gebruik deze knoppen om een van de 16 effecten te kiezen. (het
effectnummer verschijnt kort op het display. Nadat u uw effect hebt gekozen, kunt u de parameters voor
dit effect nog aanpassen met de [PARAMETER]-knop (15)
29. [MAIN OUT]: Gebruik de gebalanceerde XLR-connectoren of jack-connectoren om deze mixer aan te
sluiten op een versterker of actieve luidsprekers.
30. [GROUP OUT]: Gebruik de gebalanceerde connectoren om deze mixer aan te sluiten op een versterker
of actieve luidsprekers.
31. [CONTROL ROOM]: deze uitgang kan worden gebruikt om de mix of de kanalen die met de PFL-
knoppen (8) zijn geselecteerd te monitoren. Het uitgangsniveau kan worden geregeld met de
PHONES/CONTROL ROOM-knop (26)
32. AUX:. De hoeveelheid signaal van elk afzonderlijk ingangskanaal dat naar deze uitgang moet worden
geleid, kan worden ingesteld met de blauwe AUX-knoppen (6). Het algemene uitgangsniveau wordt
geregeld met de AUX-knop (18). Deze uitgang kan worden gebruikt om externe geluidseffecten aan te
sturen. Het behandelde geluid kan opnieuw in de mix worden geïnjecteerd met behulp van de RETURN-
ingang (33)
33. RETURN: deze ingang kan worden gebruikt om een extern signaal in de mix te sturen. Het niveau ervan
kan worden geregeld met de RETURN-knop (19)
34. RECORD OUTPUT: Draagt hetzelfde signaal als de master uitgangen maar wordt niet beïnvloed door
de MAIN level fader. Wordt gebruikt om analoge opnameapparatuur aan te sluiten.
35. [9/10 INPUT]: ongebalanceerde lijningang die kan worden bediend via de 9/10 kanaalsectie aan de
voorkant van de mixer. Om deze ingang te kunnen gebruiken, moet u de usb-ingang en de mediaspeler
uitschakelen via de selectieknop [CH9/10 of USB] (16)
36. [MIC] ingang: Gebalanceerde microfoon-ingang
37. [LINE] ingangen: Stereo Line-ingang via Jack-connectors. Sluit uw bron aan op de LINKER
ingangsconnector Als u dit kanaal als een mono Line ingang wilt gebruiken.
38. [LINE] ingangen: Mono Line-ingang via een Jack-connector
39. [AC INGANG / ZEKERING]: Gebruik het meegeleverde netsnoer om het toestel op het lichtnet aan te
sluiten. Zorg ervoor dat het voltage en de frequentie die op het toestel vermeld staan, overeenstemmen
met het plaatselijke elektriciteitsnet. De zekering is toegankelijk via de kleine lade bij de AC-ingang. Om
de zekering te vervangen, trekt u eerst de stekker uit het stopcontact, trekt u de zekeringlade eruit en
vervangt u de zekering ALLEEN door een zekering met hetzelfde voltage en dezelfde stroomsterkte. Als
de zekering na vervanging opnieuw doorbrandt, dient u het apparaat aan bevoegd onderhoudspersoneel
te geven.
40. [POWER] SCHAKELAAR: Wordt gebruikt om de stroom van de mixer aan en uit te zetten. De rode
POWER led (25) op de voorkant van het toestel brandt wanneer de mixer is ingeschakeld.
JB SYSTEMS®
7/8
GEBRUIKSAANWIJZING
LIVERACK-10