3.2 Aansluiting voeding
- Vergelijk voor de inbedrijfname of de voedingsspanning
overeenkomt met hetgeen staat aangegeven op de
typeplaat.
- In de aansluitkabel in de directe omgeving van het
instrument (goed bereikbaar) moet een als scheider
gemarkeerde schakelaar zijn aangebracht en een
overspanningsbeveiliging (nom. stroom ≤ 10A).
L/L+
N/L
De klemmen zijn intern overbrugd en geschikt voor
extra bedrading.
3.3 Aansluiting externe sensoren
Wanneer bij lange signaalkabels met energierijke transiënten
rekening moet worden gehouden verdient toepassing van een
overspanningsbeveiliging aanbeveling.
3.3.1. Actieve stroom- resp. spanningsbronnen (bijv. meet-
versterker met eigen voeding en actieve uitgang).
Stroomingang
0/4...20 mA
-
Grenswaardeschakelaar
+
-
L/L+
-
N/L
Spanningsingang
0/2...10 V
7