Probleem
Eén of meer
fixtures doen
helemaal niets.
De fixtures kunnen
gereset worden,
maar reageren
slecht of
helemaal niet op
de controller.
De fixtures kunnen
gereset worden,
maar enkelen
reageren slecht
of helemaal niet
op de controller.
Geen licht
De lampen vallen
af en toe uit.
Mogelijke oorzaak/oorzaken
De fixture staat niet onder
spanning.
De primaire zekering is
doorgebrand.
De controller is niet aangesloten.
De 3-polige XLR Out van de
controller komt niet overeen met
de XLR Out van de eerste fixture
aan de koppeling (d.w.z., het
signaal is omgekeerd).
Veel interferentie in het signaal
Slechte datalinkaansluiting
De datalink is niet afgesloten met
een 120 Ohm eindplug.
Onjuiste adrestoewijzing van de
fixtures.
Eén van de fixtures is defect en
stoort de datatransmissie op de
link.
De 3-polige XLR Out op de fixtures
komt niet overeen (pennen 2 en 3
omgedraaid).
DMX-kabel te lang
Storing met wisselspanning en
radiosignalen.
Te veel apparaten aangesloten
Afsluitweerstand niet aangesloten
De instellingen voor de voeding
komen niet overeen met de
plaatselijke netspanning en -
frequentie.
LED´s beschadigd
De fixture is te heet.
Oplossing
• Controleer dat de voeding ingeschakeld
is en dat de kabels aangesloten zijn.
• Controleer of de voedingskabel is
beschadigd.
• Vervang de zekering.
• Sluit de controller aan.
• Sluit een fase-omkeerkabel aan op de
controller en de eerste fixture op de link.
• Controleer de kwaliteit van het signaal. Als
deze veel lager is dan 100 procent, dan
kan het probleem zitten in een slechte
datalink-aansluiting, gebroken of slechte
kwaliteit kabels, ontbrekende eindplug of
een defecte fixture die stoort op de lijn.
• Controleer de aansluitingen en de kabels.
Corrigeer de slechte aansluitingen.
Repareer of vervang beschadigde kabels.
• Plaats een eindplug in de uitgang van de
laaste fixture op de lijn.
• Controleer de adrestoewijzing.
• Omzeil één fixture per keer totdat de
normale werking is hersteld: ontkoppel
beide aansluitingen en steek de stekkers
in elkaar.
• Laat de defecte fixture nakijken door een
gekwalificeerde technicus.
• Sluit een fase-omkeerkabel aan tussen de
fixtures of wissel de pennen 2 en 3 om in
de fixture die niet goed werkt.
• Installeer een optisch gekoppelde DMX-
versterker voor het apparaat met
intermitterende problemen
• Houd de DMX-kabels uit de buurt van
stroomkabels of radioapperatuur
• Installeer een optisch gekoppelde DMX-
versterker na eenheid nr. 32
• Installeer een afsluitweerstand zoals
aangegeven in het gedeelte "DMX
inleiding".
• Ontkoppel de fixture. Controleer de
instellingen en corrigeer mogelijke fouten.
• Ontkoppel de fixture en retourneer deze
naar uw dealer.
• Laat de fixture afkoelen.
• Maak de ventilator schoon.
• Zorg dat de ventilatieopeningen op het
besturingspaneel en de voorste lens niet
geblokkeerd worden.
• Zet de airconditioning kouder.
15