Omdat de System 10-verpakking ontworpen is om alle versies van het
systeem te bevatten, kunnen sommige compartimenten in de doos
opzettelijk leeg gelaten zijn.
De ATW-R1100EX ontvanger bevat een schakelbare voeding die zich
automatisch aanpast aan veranderingen in de netspanning.
De veelzijdige ATW-T1001EX UniPak® zak-zender heeft zowel een hoge-
impedantie-ingang voor instrumenten als een lage-impedantie-ingang met
bias-aansluiting voor gebruik met dynamische en electret condensator-
microfoons. De ATW-T1002EX hand zender wordt gekenmerkt door een
unidirectioneel dynamisch microfoon-element.
Zowel de zak-zenders als de handzenders gebruiken 2 AA-batterijen
en hebben Voeding/Mute-schakelaars en ingangs niveauaanpassingen
(Trim).
Installatie van de ontvanger
Locatie
Voor een optimale werking van de ontvanger moet deze ten minste 1 m
boven de grond en ten minste 1 m van een muur of metalen oppervlak
geplaatst worden om reflectie te minimaliseren. Houd de ontvangstantennes
uit de buurt van ruisbronnen zoals andere digitale apparatuur, zoals
magnetrons, evenals uit de buurt van grote metalen voorwerpen. Houd de
System 10 ontvanger 9 m uit de buurt van draadloze toegangspunten.
In multi-kanaalsystemen, plaats ontvangers ten minste 1 m van elkaar en
houd werkende zenders ten minste 2 m uit de buurt van de ontvangers om
maximale RF-prestaties te garanderen.
ATW-R1100EX Ontvangerbedieningen en -functies
Afbeelding A — Voorpaneel bedieningen en functies
1. Antennes: Positioneer de antennes zoals afgebeeld.
2. Systeem ID Selectieknop: Indrukken om de Systeem-ID-nummers te
doorlopen. (Systeem ID is een identiek nummer toegewezen aan een
gekoppelde zender en ontvanger voor identificatiedoeleinden.)
3. Systeem ID-weergave: Toont Systeem ID-nummer.
4. Koppelknop: Indrukken om het koppelen te starten.
5. Indicator AF-Piek: Licht enkel op wanneer audio-vervorming aanwezig is
op maximale modulatie. Wordt niet beïnvloed door de positie van de
Volumeregeling.
6. Koppelingsindicator: Licht groen op om de aanwezigheid aan te geven
van gekoppelde zender. Knippert tevens groen om aan te geven dat de
koppelmodus geactiveerd is.
Afbeelding B — Achterpaneel bedieningen en functies
1. Regeling AF-Niveau (Volume): Past het audio-uitgangsniveau van
beide AF-uitgangsaanslutingen aan; maximum uitgang is volledig
met de klok mee.
2. Niet-gebalanceerde Audio-uitgangsaansluiting: 6,3mm Jack. Kan
worden aangesloten op een ongebalanceerde aux-niveau ingang van
een mengpaneel, gitaarversterker of recorder.
3. Gebalanceerde Audio-Uitgangsaansluiting: XLRM-type connector. Een
standaard 2-aderige afgeschermde kabel kan worden gebruikt om de
ontvangeruitvoer naar een ingang met gebalanceerd microfoonniveau
van een mengpaneel of geïntegreerde versterker aan te sluiten.
4. Voedingsingangaansluiting: Sluit de stekker van de meegeleverde
lichtnetadapter aan.
5. Snoerhaak: Draai het snoer rond de snoerhaak om te voorkomen dat de
stekker er per ongeluk wordt uitgetrokken.
Uitgangsaansluiting
Er zijn twee audio-uitgangen op het achterpaneel: een gebalanceerde XLR
uitgang en ongebalanceerde 6,3mm Jack. Gebruik een afgeschermde
audiokabel voor de verbinding tussen de ontvanger en het mengpaneel. Als
de invoer van het mengpaneel een 6,3mm Jack-plug is, sluit de kabel van
de 6,3mm ongebalanceerde audio-uitgang aan de achterkant van de
ontvangerbehuizing aan op de mixer. Als de ingang van het mengpaneel
een XLR-type ingang is, dient u een kabel van de gebalanceerde XLR-type
audio-uitgang op het achterpaneel naar de mixer aan te sluiten.
Voedingsaansluiting
Sluit de DC stekker van de meegeleverde netstroomadapter aan op
de DC ingang aan de achterkant van de ontvanger. Maak het
netsnoer vast aan de haak aan de achterkant van de ontvanger, zodat de
stekker niet los kan raken door een plotselinge ruk aan het snoer. Steek de
stekker van de lichtnetadapter in een standaard 120 V 60 Hz (US) of 230 V
50Hz (EU)-stopcontact.
(Houd er rekening mee dat de ontvanger geen aan/uit-schakelaar heeft. De
ontvanger wordt geactiveerd als de netstroomadapter aangesloten is en in
het stopcontact zit. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer het systeem
niet in gebruik is, zowel voor de veiligheid als voor energiebesparing.)
Antennes
Draai de permanent bevestigde antenne in de vorm van een "V" (beide 45°
van verticaal) voor de beste ontvangst.
1
System 10
2
3
5
4
6
1
2
3
4
Installatie en Bediening
1
5
3