Als de stempelafdruk niet meer duidelijk of volledig is, vult u de stempel bij met (afzonderlijk verkrijgbare) inkt.
a Verwijder de stempelgreep.
b Vul vanuit het inktflesje vijf druppels inkt bij in elk van beide vulgaten
van de stempel.
☞ Ga voorzichtig te werk bij het bijvullen van inkt.
Gebruik uitsluitend de voorgeschreven inkt om beschadiging van
de stempel te voorkomen.
Als u te veel inkt bijvult, kan inkt uit de stempel lekken. In dat geval
maakt u een paar stempelafdrukken op kladpapier om de
overtollige inkt te verwijderen.
c Breng de stempelgreep weer op de stempel aan.
☞ Houd, meteen na het bijvullen van de inkt, de stempel met het
stempelvlak omlaag, zodat de inkt doorstroomt.
Plaats de dop weer terug op het inktflesje nadat u inkt hebt
bijgevuld.
26
Stempelinkt bijvullen
Stempelgreep
Inktflesje
Vulgaten