8. Montage op schuine daken
WINDGEVAAR!
De zonnecollectoren hebben een groot oppervlak dat
aan de wind is blootgesteld en kunnen daarom niet
worden geïnstalleerd in geval van sterke wind
VALGEVAAR!
De installatie van zonne-energiesystemen vereist heel
vaak werken op platte of schuine daken met als gevolg
gevaar voor vallen. In deze omstandigheden moeten de
betreffende veiligheidsvoorschriften worden nageleefd.
Gebruik daarom altijd val- of randbeveiliging.
VALBEVEILIGING!
Vallen is extra riskant bij werkzaamheden op 2.50 meter
of hoger. Dat is dan ook de grens voor het verplicht
gebruik van valbeveiligingsmiddelen. Vanaf deze hoogte
gelden Europese richtlijnen die bijvoorbeeld stellen
dat ladders op deze hoogte niet meer gebruikt mogen
worden.
Persoonlijke
altijd noodzakelijk als collectieve voorzieningen voor
valbeveiliging onvoldoende mogelijk zijn.
GEVAAR VAN VALLENDE LADINGEN!
Bij het hijsen van materialen door middel van kranen of
soortgelijke apparatuur dient te worden voldaan aan alle
relevante regelgeving en voorschriften. Gebruik in het
bijzonder geschikte hijs apparatuur en zet het gebied af
waar het materiaal wordt getransporteerd
8.1 Plaats en positie van installatie
Plaats het systeem op een afstand van 1-2 meter van de rand om de
werking van wind te beperken. Plaats de zonnecollector(s) bij voorkeur in
de richting van het zuiden, rekening houdend met het feit dat zuidoostelijke
of zuidwestelijke oriëntatie ook goede resultaten zullen geven.
Nadat u de installatieplaats hebt gekozen, moet u ervoor
zorgen dat de dakconstructie de totale belasting kan
dragen. Als er wordt geïnstalleerd op locaties met zware
sneeuwval wordt aanbevolen om passende maatregelen
te nemen om ervoor te zorgen dat de sneeuw zich niet
ophoopt achter het zonnecollectorsysteem.
Cod. 1910000002079 - nv03
.
beschermingsmiddelen
zijn
8.2 Montage op schuine daken
BENODIGD GEREEDSCHAP:
1
Steeksleutel van 13 mm
Veiligheids-schoenen verplicht
Veiligheids-schoenen verplicht
Helm verplicht
C
D
B
C
E
A
Afbeelding 1
• Neem de onderdelen uit de verpakking en controleer deze, zoals
getoond in afbeelding 1 en 2:
• A rechte strip
• C M8 bout
• E M8 moer
• B verankering
• D sluitring
- Draai eerst de bouten met de hand vast; pas nadat de collector is
geïnstalleerd draai dan alle bouten verder vast met een steeksleutel.
- Gebruik de verankeringsplaten om de zonnecollector aan te sluiten op
de montagestrips die op de zonnecollector worden bevestigd.
- Bepaal de plaats op het dak om de installatie voor te bereiden.
- Bevestig de montagestrips op de dakconstructie met geschikt
bevestigingsmateriaal, zodanig dat de montagstrips (twee aan iedere
zijde) een afstand hebben van 1.450 mm tot 1.900 mm en op dezelfde
hoogte zijn bevestigd.
- 9 -
Nederlands
D
E