ONDERHOUD DAT MOET WORDEN UITGEVOERD DOOR DE GEBRUIKER
GEVAAR
VOORDAT u enig onderhoud verricht aan de machine, dient u de
motor af te zetten en de bougiekabel van de bougie af te halen
Als er geen onderhoud wordt verricht, kan er schade aan de machine
en personenletsel bij de gebruiker en/of toeschouwers optreden.
Deze schade en dit letsel zal niet worden gedekt door de garantie.
•Dagelijks onderhoud dient door de gebruiker te worden verricht.
•Onderhoud voor de eerste 20 uur, 100 en 300 dient door de dealer
te worden uitgevoerd.
•Vraag uw dealer de machine te controleren als u problemen
tegenkomt.
Afb. 8
D
,
AGELIJKS ONDERHOUD
VOORDAT U BEGINT TE MAAIEN
Olieniveau overbrenging: controleer met de peilstok (1 Afb. 8).
Olieniveau dient zichtbaar te zijn in het gat.
•Vraag uw dealer één maal per jaar de olie te verversen.
BRANDSTOF (AFB. 9)
Check of het tankpeil vol is voordat u begint te werken.
Check of de tankdop geheel gesloten is, en controleer op
lekken. Gebruik alleen een goede kwaliteit ongelode benzine.
Afb. 9
GEVAAR
Check of de brandstoftank gesloten is, veeg gemorste brandstof weg voordat u de machine
start. Check of er geen vuur, elektrische vonken, sigaretten in de buurt van de machine zijn
wanneer u bijvult.
Banden (Afb. 10)
bandenspanning
Check of banden niet ingesneden, gebarsten of versleten
zijn.
Check bandenspanning: 1,4 bar achter.
te hoog
te laag
Afb. 10