5.5
KEYBOARD
Een scène kan worden geactiveerd met een toets van een computertoetsenbord. Om een
scène aan een toets toe te wijzen, dient de scene geselecteerd te worden en vervolgens op
de Keyboard Trigger toets in het venster Scène-eigenschappen geklikt te worden. Als u een
scène kortstondig wilt weergeven met behulp van het toetsenbord, activeert u "Flash Mode"
in het venster "Scene Properties".
5.6
AUDIO
Scènes in myDMX 3.0 kunnen worden gesynchroniseerd met het ritme of de pulse van de
muziek. Het is mogelijk om sommige scènes de pulse te laten volgen en andere de BPM. Als
u een scène aan de BPM of pulse wilt toewijzen, klikt u met de rechtermuisknop op een
scène en selecteert u een van de volgende opties:
Stap naar BPM: de scène springt naar de volgende stap als deze een beat van de
•
BPM-tool ontvangt.
Scène naar BPM: de scène wordt herhaald wanneer deze een beat van de BPM-tool
•
ontvangt.
Fade op BPM: de scène springt naar de volgende stap als deze één maat van de
•
BPM-tool ontvangt en wordt met behulp van de ingestelde fade-tijd weergegeven tot
de volgende stap.
Stap / Scène / Fade op pulse: Hetzelfde als hierboven, maar hier wordt op de pulse
•
gereageerd.
©American DJ® -
www.americandj.eu
– myDMX 3.0 – Gebruikershandleiding pagina 47