8) Aanmelden van de DigiMax 210 op de Maxi Controller
a) algemeen
U kunt maximaal 4 DigiMax 210 thermostaten aanmelden
op de Maxi Controller. Afhankelijk van de informatie die door
de thermostaat wordt verzonden, stuurt de Maxi Controller
X10 AAN en UIT signalen over het lichtnet om zo de X10-
modules die verbonden zijn met uw verwarmingsketel in- of
uit te schakelen. Wanneer uw verwarmingsketel geschakeld
wordt met 230V dan kunt u de DIN-rail module AD10
gebruiken. Werkt uw verwarmingsketel op laagspanning
(maximaal 24V), dan dient u de universele module UM7206
te gebruiken.
Elke thermostaat verstuurt de comfort instelling en de
omgevingstemperatuur. In de Maxi Controller kunt u een
"verschiltemperatuur" instellen, welke ligt tussen 1 en 9
graden.
Als de Maxi Controller staat ingesteld op 'Disarm' of 'Arm
Home', wordt de X10-module die aangesloten is op uw
verwarmingsketel in- of uitgeschakeld, afhankelijk van de
ingestelde comforttemperatuur.
Als de Maxi Controller staat ingesteld op 'Arm Away', treedt
de 'verschiltemperatuur'-instelling in werking. Voorbeeld: De
omgevingstemperatuur is 15°C, de ingestelde comfort-
temperatuur is 20°C, met een 'verschiltemperatuur' van 4°C.
20 – 4 = 16: dit betekent dat het apparaat een 'inschakelen'-
commando geeft, totdat de temperatuur van 16° bereikt is.
Page 7