Verander de riemspanning op de volgende wijze:
Draai de moeren aan weerszijden van de achteras los en verplaats het achterwiel iets totdat
de riem gemiddelde spanning krijgt. Let erop dat het achterwiel recht in het frame geplaatst
blijft. Draai de moeren aan weerszijden vast, met aanhaalmoment (kracht) 35Nm.
6.3 Afstellen snelheidsbesturingssysteem
Als u voorzichtig op de pedalen trapt, moet de
riem soepel over de vrijloop gaan. Als de
verbinding niet goed is of u hoort geluid, draai dan
aan de schroeven. Trap niet te hard op de
pedalen.
6.4 Afstellen remsysteem
Met een inbussleutel verstelt u de klemschroef (A) om de remschijven af te stellen; voor een
nauwkeurige afstelling van de spanning van remschijf en handrem, gebruik stelnok (B).
Let op: gebruik de handrem correct. Trek de linker handrem niet plotseling hard aan, om
ongelukken te voorkomen.
6.5 Vervangen van remkabel
Draai de kabelklem los van de remklauw, haal de oude remkabel uit de buitenkabel, duw de
nieuwe remkabel door de buitenkabel heen, steek de kabel weer door de remklauw, draai
kabelklem vast en stel tot slot de spanning af.
6.6 Controle velgen en remsysteem
Controleer, voordat u de elektrische fiets gebruikt, het volgende:
•
Functioneren van linker en rechter handrem. Als er schade (slijtage) aan de
remblokken of -kabels zitten, vervang die onderdelen dan onmiddellijk.
•
Houd de velgen schoon en let erop dat er geen olie op het remsysteem zit, zodat de
remmen goed kunnen functioneren.
•
Gebruik de juiste ontsmetter om de buitenkant van het remsysteem vetvrij te houden.
A
- 9 -
B