7.2 Fietsketting spannen
De speling mag 10 - 20mm bedragen.
Een te strakke ketting heeft invloed op de snelheid en slijtage; een te losse ketting kan er
gemakkelijk aflopen en schade veroorzaken. Verander de kettingspanning op de volgende
wijze: Draai de moeren aan weerszijden van de achteras los en verplaats het achterwiel een
stukje totdat de ketting gemiddelde spanning krijgt. Let erop dat het achterwiel recht in het
frame geplaatst blijft. Draai de moeren aan weerszijden vast, met aanhaalmoment (kracht)
35Nm.
7.3 Afstellen schakelsysteem
Stel het schakelsysteem als volgt af: Wanneer u de trappers rustig ronddraait, kunt u
schakelen door de hendel van de derailleur in te drukken, waarbij u ervoor zorgt dat de
ketting op de vrijloop past. Als de ketting geen goed contact heeft, of wanneer u geluid
hoort dat er niet hoort te zijn, kunt u met de schroeven of de kabelversteller het systeem
anders afstellen. Draai de pedalen niet te hard rond.
Druk de hendel niet in wanneer de fietswielen stilstaan. Druk de hendel niet te hard in.
Trap niet achteruit wanneer u van versnelling wisselt – hierdoor kan de fietsketting eraf
lopen of kan de derailleur beschadigd raken.
Zet de fiets op een reparatiestation of ophangsysteem voordat u het schakelsysteem afstelt.
Trek voorzichtig aan de stalen kabel om er zeker van te zijn dat er volledig contact is tussen
de kabel en de buis. Wanneer de ketting niet naar het kleinste tandwiel kan worden
verplaatst of wanneer de ketting daarvanaf loopt, kunt u met schroef "L" de achterderailleur
stellen. Wanneer de ketting niet naar het grootste tandwiel kan worden verplaatst of
wanneer de ketting daarvanaf loopt, kunt u met schroef "H" de achterderailleur stellen (A).
Als de ketting vastloopt nadat de achterderailleur is afgesteld, kunt u de derailleur finetunen
met de derailleurschroef (B).
A
B
- 10 -