3.2 - Elektrische aansluitingen
Volg alle aansluitinstructies zorgvuldig op. Als u
twijfelt, doe dan geen experimenten, maar raadpleeg de
relevante technische specificaties die ook beschikbaar zijn
op de website: www.niceforyou.com. Een verkeerde
aansluiting kan gevaarlijk zijn en schade aan het systeem
veroorzaken.
3.3 - Elektrische aansluiting van het apparaat
Het eerste te besturen apparaat moet worden aangesloten tussen de nulleider (N) en aansluiting O1; het tweede apparaat moet worden aang-
esloten tussen de nulleider (N) en aansluiting O2 van de regeleenheid; de apparaten worden rechtstreeks gevoed door de regeleenheid.
3.4 - Voeding
De elektrische voeding van de regeleenheid moet worden aangesloten door middel van klemmen L en N (onder spanning, neutraal). De BiDi-
Switch-regeleenheid kan werken met een voedingsspanning van 100 tot 240 volt en een frequentie van 50 of 60 Hz.
3.5 - Schakelaars
Indien nodig kunnen externe schakelaars worden aangesloten op klemmen S1 en S2, die de uitgangen rechtstreeks kunnen regelen. De
schakelaars zijn aangesloten tussen de vrijstand (N) en de klemmen S1 en S2, zoals weergegeven in afbeelding 2. De schakelaar die is
aangesloten op S1 is verantwoordelijk voor de O1-regeling, en de schakelaar die is aangesloten op S2 is verantwoordelijk voor O2. Wis-
selschakelaars of momentschakelaars kunnen worden aangesloten op S1- en S2-aansluitingen, maar de werking van de regeleenheid moet
mogelijk worden aangepast aan het aangesloten type schakelaar, om het type schakelaar te controleren en te wijzigen, zie tabel A10.
De schakelaars hebben een netspanning en moeten daarom voldoende beschermd en geïsoleerd zijn.
4
ZENDERS ONTHOUDEN
•
In dit hoofdstuk worden de geheugenprocedures in modus I beschreven, die worden gebruikt om één enkele automatisering
te besturen met de 2 toetsen van de zenders en modus II, die wordt gebruikt om een automatisering te besturen met één
enkele toets, waardoor de andere toetsen vrij blijven voor de besturing van andere automatiseringen.
•
De sleutel
komt overeen met de centrale sleutel van de zenders ERGO, PLANO en NICEWAY.
•
Alle memorisatiesequenties worden getimed, wat betekent dat ze binnen de ingestelde tijdslimieten moeten worden
voltooid.
•
Bij zenders die meerdere "groepen" overwegen, moet de betreffende groep die aan de regeleenheid moet worden gekop-
peld worden geselecteerd voordat verder kan worden gegaan.
•
Instellingen via de radio zijn mogelijk op alle ontvangers binnen de straal van de zender, en daarom mag alleen het apparaat
dat nodig is voor de werking van de zender worden gevoed.
1 2 3 4 5 6
S1 S2 O2 O1 L N
2
N
L