2 Montage
Beschermrooster aan-
brengen
6
2. Trek de moeren van de draadstangen gelijkmatig vast. Houd
daarbij rekening met de leidingdiameter en de sterkte van het
leidingmateriaal. Voorkom vervorming van de leiding door te vast
aandraaien van de kleminrichting.
Wanneer u de indruk heeft, dat de leiding het gewicht van de kle-
minrichting, sensor en stralingsbronbehuizing op de langere duur
niet kan dragen, dan moet u een geschikte ondersteuning onder
de kleminrichting aanbrengen.
3. Kort de draadstangen na de montage af, om lichamelijk letsel te
voorkomen.
Indien gaten of tussenruimten overblijven, moet met afzettingen en
beschermroosters ingrijpen in de gevaarlijke zone worden verhinderd.
Dergelijke zones moeten overeenkomstig worden gemarkeerd.
Breng op de kleminrichting aan beide zijden een beschermrooster
aan. Een bekleding met een metalen plaat of een passend gevormde
kunststofplaat zijn ook mogelijk.
Op de kleminrichting moeten daarvoor boringen voor bouten M5
worden uitgevoerd.
Monteer de beschermroosters conform de volgende montageteke-
ning:
1
2
Fig. 4: Aan beide zijden van de kleminrichting beschermroosters aanbrengen
1
Beschermrooster
2
Bouten M5 (4 stuks)
Kleminrichting KV31 • Voor leidingen met ø 200 ... 400 mm