De kuip van de vaatwasser
De kuip van de vaatwasser is gemaakt van roestvrij staal
en wordt tijdens normale gebruik schoon gehouden.
Kalkaanslag
Wanneer u hard water heeft, kan er kalkafzetting ontstaan
in de vaatwasser. Als dit gebeurt, kunt u een zelfreinigings-
programma draaien met twee eetlepels citroenzuur in het
vaatwasmiddelbakje (zonder vaat in de machine). Zie
Zelfreiniging programma in het hoofdstuk Vaatwasser ge-
bruiken.
Bedieningspaneel
Houd de toetsen schoon en vetvrij. Veeg ze schoon met
een droge of licht vochtige doek. Gebruik nooit schoonmaak-
middel, die kunnen het oppervlak bekrassen. Zet de vaat-
wasser eerst uit met de hoofdschakelaar voordat u de toet-
sen schoonmaakt om te voorkomen dat de toetsen onbe-
doeld geactiveerd worden.
De afvoerpomp ontstoppen
Wanneer er nog water in de vaatwasser staat nadat het
programma klaar is, kan het zijn dat de afvoerpomp geblok-
keerd is door iets. Zulke voorwerpen zijn makkelijk te verwij-
deren.
Zet de machine uit met de hoofdschakelaar en haal de
1
stekker uit het stopcontact.
Verwijder het groffilter en het fijnfilter.
2
Schep het water uit de kuip van de vaatwasser.
3
Om de afvoerpomp te controleren moet u de gekleurde
4
plug aan de rechterkant in de bodemafvoer verwijderen.
Draai met de hand aan het pompwiel dat achter de plug
5
van afvoerpomp zit. Verwijder de voorwerpen voorzich-
tig.
Vervang de plug van de afvoerpomp samen met het fijn-
6
en groffilter.
Sluit de machine weer aan.
7
Wanneer de vaatwasser niet start en een zoemend ge-
luid maakt, is de overloopbeveiliging geactiveerd.
Draai de waterkraan dicht.
•
Verwijder de stekker uit het stopcontact
•
Dan dient u contact op te nemen met de service-
•
dienst.
LET OP!
Vergeet niet om de plug van de afvoerpomp te vervangen.
De toevoerslang ontstoppen
Als er kleine deeltjes in het water zitten, kan het buitenfilter
op de toevoerslang verstopt raken, wat leidt tot Storing bij
waterinlaat.
Zet de machine uit met de hoofdschakelaar en haal de
1
stekker uit het stopcontact.
Draai de waterkraan dicht.
2
Draai de toevoerslang los.
3
Verwijder zorgvuldig het buitenfilter van de toevoerslang
4
en maak het schoon.
Zet het filter terug en controleer of de afdichtring goed
5
zit.
Draai de toevoerslang stevig vast.
6
Steek de stekker in het stopcontact en zet de waterkraan
7
aan.Laat de druk zich opbouwen en controleer of de
aansluiting waterdicht is.
Stop afvoerpomp
Buitenfilter op
toevoerslang
Afdichtring
13