R
EINIGING EN ONDERHOUD
Probleem
De geluidskwaliteit is
veranderd en het
statuslampje van de
luidsprekerarray knippert
oranje (alleen
135-systemen)
De tv reageert niet op
opdrachten van de
afstandsbediening (alleen
135-systemen)
Het beeld is onscherp bij
het bekijken van 3D (alleen
135-systemen)
De lage tonen vallen soms
weg (alleen 135-systemen)
Het geluid wordt gestoord
door een luide brom- of
zoemtoon die elektrisch
van aard kan zijn
(niet harmonisch)
Radio werkt niet
(Geldt niet voor T20- en
T10-systemen)
FM-geluid is vervormd
(Geldt niet voor T20- en
T10-systemen)
Het geluid is vervormd
Er komt geen geluid uit een
van de aangesloten
apparaten
28 – Nederlands
Wat te doen
• Druk op de knop Setup op de bedieningsconsole en selecteer de optie
Acoustimass opnieuw aansluiten. Volg de instructies op het scherm.
• Controleer of de luidsprekerarray de IR-sensor op de tv niet blokkeert.
Verplaats de tv en de luidsprekerarray zodat de IR-sensor niet
geblokkeerd wordt.
• Voor informatie over de locatie van IR-sensor van de tv raadpleegt u de
gebruikershandleiding bij de tv.
• Controleer of uw 3D-bril aanstaat.
• Als het probleem niet is opgelost, controleert u of de luidsprekerarray
de IR-sensor op de tv niet blokkeert. Verplaats de tv en de
luidsprekerarray zodat de IR-sensor niet geblokkeerd wordt.
• Voor informatie over de locatie van IR-sensor van de tv raadpleegt u de
gebruikershandleiding bij de tv.
• Controleer of het statuslampje op de Acoustimass
oranje brandt en niet knippert.
• Als het statuslampje van de luidsprekerarray oranje knippert:
• Controleer of de Acoustimass-module is aangesloten op een
werkend stopcontact en of het statuslampje oranje brandt.
• Druk op de knop Setup op de bedieningsconsole en selecteer de
optie Acoustimass opnieuw aansluiten. Volg de instructies op het
scherm.
• Probeer mogelijke bronnen van interferentie, zoals een draadloze
router van een computernetwerk, een ander draadloos apparaat of
een magnetron, verder van het systeem te plaatsen.
• Neem contact op met de klantenservice van Bose
en hoe andere apparaten in de ruimte ongewenste signalen
voortbrengen en wat u daartegen kunt doen.
• Controleer of antennes op de juiste manier zijn aangesloten.
• Plaats de AM-antenne ten minste 50 cm van de bedieningsconsole en
®
de Acoustimass
-module.
• Wijzig de positie van de antenne om de ontvangst te verbeteren.
• Zorg dat de AM-antenne rechtop staat.
• Plaats antennes verder van de bedieningsconsole, tv of andere
elektrische apparaten.
• Selecteer een andere zender. U bevindt zich misschien in een gebied
waar het signaal voor bepaalde zenders zwak is.
• Wijzig de positie van de antenne om de ontvangst te verbeteren.
• Trek de FM-antenne helemaal uit.
• Controleer of de audio-ingangskabel niet is beschadigd en of deze aan
beide zijden goed is aangesloten.
• Verlaag het uitgangsvolume van een van de externe apparaten die zijn
aangesloten op de bedieningsconsole.
• (Alleen 135-systemen) Verwijder de beschermfolie van de omlijsting en
het rooster van de luidsprekerarray en de voorkant van de
Acoustimass-module.
• Controleer de aansluitingen.
• Controleer bij gebruik van een coaxiale of optische audioaansluiting of
u niet beide soorten aansluitingen tot stand hebt gebracht op dezelfde
ingang van de bedieningsconsole.
• Controleer of het apparaat aan staat.
• Raadpleeg de gebruikershandleiding die bij het apparaat is geleverd.
®
-module continu
®
om te bepalen of