3. Verwijder de grafische kaart als volgt:
a. Verwijder de twee schroeven (M2.0x3.0) waarmee de beamconnector aan de systeemkaart is bevestigd [1].
b. Verwijder de beamconnector uit de systeemkaart [2].
c. Verwijder de drie schroeven (M2.5x5.0) waarmee de grafische kaart aan de systeemkaart is bevestigd [3].
d. Haal de grafische kaart uit het systeem [4].
OPMERKING:
De bovenstaande procedures zijn bedoeld voor UMA grafische kaart. Systemen geleverd met UMA-GPU-kaart
hebben geen GPU-stroomkabel. Voor afzonderlijke modellen geleverd met een VRAM GPU-kaart van 128 MB of 256 MB moet u
de GPU-stroomkabel echter loskoppelen voordat u de GPU-kaart verwijdert.
De grafische kaart plaatsen
1. U plaatst de grafische kaart als volgt:
a. Schuif de grafische kaart in de oorspronkelijke positie in het systeem [1].
b. Plaats de drie schroeven (M2.5x5.0) terug waarmee de grafische kaart op de systeemkaart wordt bevestigd [2].
c. Plaats de beamconnector terug [3].
d. Plaats de twee schroeven (M2.0x3.0) terug waarmee de beamconnector op de systeemkaart wordt bevestigd [4].
76
Onderdelen verwijderen en plaatsen