OPBOUW EN INGEBRUIKSTELLING
1.
Voor het assembleren en starten van de ketel, lees aandachtig de hele
installatiehandleiding.
2.
Pak de diverse delen voorzichtig uit en controleer of alle onderdelen aanwezig zijn.
3.
Installeer de ketel op een stabiele en vlakke opstelplaats en voorkom dat deze kan
omvallen.
4.
Sluit de pelletketel correct aan op het rookkanaal.
5.
Installeer de los meegeleverde luchtdistributiekap door deze op de 4 hoeken vast te
schroeven op de aanwezige hoekankers. Sluit de de warmeluchtkanalen aan.
6.
Monteer de branderkop door deze met de 4 bouten te bevestigen op de ketel. Controleer of
het bewegende branderbed onder de achterste branderbodem zit en goed op de
aandrijfarm zit (zie afbeeldingen).
7.
Bevestig de kabel met de trekbeveiling op de branderkop en druk de connector in de
bijbehorende aansluiting.
8.
Plaats de pelletbunker bij voorkeur links van de ketel (ivm bereikbaarheid bij onderhoud)
en sluit de aardingsdraad aan (zie afbeeldingen hieronder).
9.
Controleer of de pelletbunker volledig vrij is van vreemde delen en plaats de
pellettoevoerschroef en flexibele valbuis en sluit deze aan op de branderkop. Stabiliseer de
toevoerschroef met de meegeleverde ketting door bevestiging aan het montageoog op de
bunker.
10. Sluit de ketel aan op een passende netstroomaansluiting met de kabel en stekker die bij
de ketel meegeleverd/gemonteerd is.
11. Test alle electromechanische componenten: pellettoevoerschroef, stokerschroef (interne
pellettoevoer naar het branderbed), branderventilator, luchtventilator, ontsteking,
reinigingsmotor op een goede werking via het TESTING OUT menu op de controller..
Controleer ook of de diverse sensoren (vlamsensor, rookgastemperatuursensor,
luchttemperatuursensor, toevoerbuistemperatuursensor, eventueel een kamerthermostaat)
een correcte waarde geven.
5