Stap 8
Onderdeel J K
Aantal
1
1
Gebruik een geschikte trap, om beter aan het dak te kunnen werken.
1. Stel vast waar zich de vier hoeken van het dakdoek (K) bevinden en wat onder en
boven is.
2. Leg het dakdoek (K) op de dakconstructie en richt het uit.
3. Sla de naden van het dakdoek (K) over de haken van de middelste dakbalken (G) en
bevestig het dakdoek met de daarvoor bestemde riempjes aan de bovenste rails (I).
4. Plaats de kap (J) over de top van de dakconstructie.
5. Leg de naden van de kap (J) over de doorvoor bestemde kapconstructie in het dak
(Afb. 9).
Afb. 9
Stap 9
Onderdeel L M N
Aantal
4 48 16
1. Er hoort bij iedere hoek van het paviljoen een gordijn (L) dat in gesloten toestand de
helft van twee zijkanten van het paviljoen bedekt.
2. Verdeel de ringen (M) gelijkmatig en klem ze aan de voorgemonteerde hoekrails (E)/
onderste rails (I).
3. Hang de gordijnen (L) door middel van de bovenste ogen aan de ringen (M) en
bevestig de gordijnen met de daarvoor bestemde kortere riempjes aan iedere
steunpoot (A). De gordijnen kunnen open en dicht worden geschoven.
4. Afhankelijk van de ondergrond, kunnen de onderste ogen van de gordijnen eventueel
met de haringen (N) aan de ondergrond worden verankerd.
5. Als de gordijnen niet nodig zijn, dan kunnen ze comfortabel worden geopend, naar
de zijkant worden geschoven en worden vastgebonden (Afb. 10, 11).
Gemonteerde
delen van stap 7
J
K
Gemonteerde
delen van stap 8
-10-
G
I
F