Inhoudsopgave
Advertenties
KNX-OT-Box S
Vervolg:
Aanduiding
TSP 10 Bescherming van
de pomp uitvoeren om
TSP 11 Duur
pompbeveiliging [min]
0 = geen
pompbeveiliging
TSP 12 Delta T
reeksbesturing [K]
TSP 13, Delta T 1 voor
pompbesturing
warmtegenerator 1 [K]
TSP 14, Delta T 2 voor
pompbesturing
warmtegenerator 2 [K]
Stand: mei-15 (wijzigingen voorbehouden)
Waarden Beschrijving
0 .. 23 uur
(standaard = 12:00 uur)
1..99
(standaard = 15)
5..25 K
(standaard = 1,5 K)
5 .. 15 K
(standaard = 5 K)
5 .. 15 K
(standaard = 5 K)
De pompbeveiliging wordt op een
instelbaar tijdstip (parameter 0 -23 uur)
uitgevoerd. Als de pompen de afgelopen
24 h niet zijn ingeschakeld, worden deze
gedurende de instelbare
pompbeveiligingstijd (default = 30 s)
ingeschakeld.
Dit voorkomt dat de pompen na een te
lange pauze vast komen te zitten.
0 Geen pompbeveiliging
Inschakelduur van de pompen, in
minuten, voor de
pompbeveiligingsfunctie (zie boven).
Geldt alleen voor 2-traps-
verwarmingssystemen (systeem 2) en
bepaalt wanneer de tweede trap naast de
eerste moet worden ingeschakeld
(invoer in stappen van 0,1 K).
Voorbeeld: Gewenste
omgevingstemperatuur
= 22 °C, ΔT = 2 K,
Omgevingstemperatuur daalt tot onder
de gewenste waarde
omgevingstemperatuur daalt verder tot
20 °C
2e trap = AAN
Voor verwarmingssystemen met boiler
en keteltemperatuursensor (alleen
systeem 5).
Temperatuurverschil tussen ketel en
boiler waarbij de ketelpomp moet
inschakelen.
Voorbeeld: gewenste keteltemperatuur
= 70 °C, ΔT = 7 K,
Bij boiler = 63 °C en ketel = 70 °C
pomp AAN.
Voor verwarmingssystemen met een
tweede warmtegenerator, bijv. ketel
voor vaste brandstof en
zonnecollectoren (systeem 3, 4 en 5).
Bij welk temperatuurverschil tussen de
2e warmtegenerator en boiler moet de
ketelpomp inschakelen?
Voorbeeld: gewenste keteltemperatuur
= 70 °C, ΔT = 7 K,
Bij boiler = 63 °C en ketel = 70 °C
pomp AAN.
1e trap = AAN,
35
67
Pagina
van
Advertenties
Inhoudsopgave
