1. Presentatie
1.1 Algemene informatie
Alle in dit document vermelde RF zenders betreffen quicklink
configuratietiptoets cfg. Quicklink
Deze producten kunnen tevens geconfigureerd worden in de E modus met de TX100 of in de S modus met de ETS via de
mediakoppelaar TR131.
In dit geval moet de versie van de TR131 aan de volgende kenmerken voldoen:
• Firmware: > 1.2.5
• Plug-in: > 1.0.11
Dit document beschrijft de configuratie met de * 1 software via de koppelaar TR131 en de beschikbare functies in deze modus.
Binnen eenzelfde installatie, mag slechts één configuratiemodus gebruikt worden.
Om een reeds binnen een andere installatie met de TX100 of quicklink
gebruiken, moet u een terugkeer fabrieksinstelling uitvoeren..
Specifieke kenmerken van quicklink
Door een druk op de cfg tiptoets, kan men de configuratiemodus activeren. Deze modus kenmerkt zich door een bidirectionele
dialoog van het product. Voor het nummeren of programmeren is het dus niet meer nodig de te configureren zenders dichtbij
de TR131 te plaatsen. Het volstaat binnen het RF bereik te blijven.
1.2 Beschrijving van de functies
Hieronder treft u de hoofdfuncties aan:
■
Bewegingsmelder en lichtmeting
De RF melder TRE50x is gevoelig voor infrarode stralen verbonden aan de door bewegende lichamen afgegeven warmte. Het
maakt het mogelijk commando's te verzenden voor verlichting en scene bij detectie van bewegingen (aanwezigheid van
personen).
Een potentiometer maakt het mogelijk de gevoeligheid van de detectie te begrenzen om deze aan de omgeving aan te passen.
De helderheidsdrempel kan ingesteld worden via een op het product aangebrachte potentiometer.
■
Verlicht kanaal
Het Verlicht kanaal maakt het mogelijk een belasting te bedienen bij detectie van beweging, als het omgevingslicht onder een
instelbare drempel ligt.
■
Tijdsvertraging Verlichting
Een regelpotentiometer op het product maakt het mogelijk de tijdsvertraging voor uitschakeling in te stellen. De verlichting gaat
uit aan het einde van de vertraagde uitschakeling als er geen enkele beweging werd gedetecteerd.
■
Slave Configuratie
Deze modus maakt het mogelijk de detectiezone te vergroten door één / meerdere slave melders aan de master melder toe te
voegen. Uitsluitend de master melder regelt de helderheidsdrempel. Deze RF melders kunnen niet als master melders worden
geconfigureerd.
■
Functies Scene en Scene aanwezigheid / afwezigheid
De functie Scene maakt het zenden van groepscommando's naar diverse soorten uitgangen mogelijk voor het creëren van sferen
of scenario's (scene aanwezigheid beweging, scene afwezig,...). De functie Scene aanwezig / afwezig maakt het mogelijk een
scene te activeren bij aanwezigheid van beweging en een andere scene te activeren bij afwezigheid van beweging.
■
Status indicatie
De functie status indicatie maakt het mogelijk een object lage batterij naar een uitgang te zenden.
TRE500-TRE501-TRE520-TRE521-TRE510-TRE511-TRE530-TRE531
geeft de configuratiemodus zonder tool weer.
RF zenders
RF producten. Ze kunnen herkend worden aan de bijbehorende
geprogrammeerd product opnieuw met ETS te
3
6T 8058-06a