15 mm knel
Spoel met bajonetsluiting
kabelwartel
elektrische aansluiting
Installatie van het magneetventiel
Figuur 3: Installatie van het magneetventiel
4. Rada netadapter
Sluit bekabeling aan op de besturingskast en steek de netadapter in het stopcontact.
5. Rada infrarood bedieningssensor (optioneel)
De kabel en de achterzijde van de bedieningssensoren dienen in een droge ruimte
gemonteerd te worden, de bedieningssensoren en kabel(verbindingen) dienen
toegankelijk te zijn voor service en onderhoud.
De bedieningssensoren dienen op minimaal 50 cm afstand van elke warmtebron
gemonteerd te worden, ter voorkoming van spontane activering.
Zorg ervoor dat de ruimte adequaat geventileerd wordt. Stoom en condensatie
kunnen de gevoeligheid en levensduur van de bedieningssensoren beïnvloeden.
Zorg dat de bedieningssensor op geen enkele wijze afgeschermd wordt.
Monteer geen bedieningssensoren tegenover spiegels of andere sterk reflecterende
oppervlakken.
Indien de bekabeling in de wand gemonteerd wordt, wordt geadviseerd de bekabeling
in een geschikte mantelbuis te plaatsen ter bescherming en voor onderhoud aan
het systeem.
Let op! Indien de kabel van de bedieningskabel verlengd wordt, dienen hiervoor de
meegeleverde 3M™ connectoren gebruikt te worden. De connectoren moeten hierbij
gepositioneerd worden in een droge omgeving om inwerking van water te voorkomen.
Inwerking van water kan de werking van de bedieningssensoren beïnvloeden.
Schakel de stroom naar het systeem uit VOORDAT de bedieningssensoren
aangesloten worden.
7